EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0077

Zaak C-77/20: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 11 februari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal — Ierland) — Strafzaak tegen K.M. (Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk visserijbeleid – Verordening (EG) nr. 1224/2009 – Controlesysteem dat de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen – Gebruik aan boord van een vissersvaartuig van een machine waarmee vissen automatisch naar grootte kunnen worden gesorteerd – Artikel 89 – Handhavingsmaatregelen – Artikel 90 – Strafrechtelijke sancties – Evenredigheidsbeginsel)

PB C 128 van 12.4.2021, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.4.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/5


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 11 februari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal — Ierland) — Strafzaak tegen K.M.

(Zaak C-77/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk visserijbeleid - Verordening (EG) nr. 1224/2009 - Controlesysteem dat de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen - Gebruik aan boord van een vissersvaartuig van een machine waarmee vissen automatisch naar grootte kunnen worden gesorteerd - Artikel 89 - Handhavingsmaatregelen - Artikel 90 - Strafrechtelijke sancties - Evenredigheidsbeginsel)

(2021/C 128/05)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal

Partij in de strafzaak

K.M.

In tegenwoordigheid van: The Director of Public Prosecutions

Dictum

De artikelen 89 en 90 van verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006, gelezen in het licht van het in artikel 49, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich, onder voorbehoud van de door de verwijzende rechter te verrichten verificaties, niet verzetten tegen een nationale bepaling die, als sanctie voor schending van artikel 32 van verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 227/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013, niet alleen voorziet in een geldboete, maar ook in de verplichte inbeslagneming van de verboden of niet-conforme vangsten en van het verboden of niet-conforme vistuig aan boord van het betrokken vaartuig.


(1)  PB C 137 van 27.4.2020.


Top