This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CA0034
Case C-34/20: Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 2 September 2021 (request for a preliminary ruling from the Verwaltungsgericht Köln — Germany) — Telekom Deutschland GmbH v Bundesrepublik Deutschland, represented by the Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen (Reference for a preliminary ruling — Electronic communications — Regulation (EU) 2015/2120 — Article 3 — Open internet access — Article 3(1) — End users’ rights — Article 3(2) — Prohibition of agreements and commercial practices limiting the exercise of end users’ rights — Article 3(3) — Obligation of equal and non-discriminatory treatment of traffic — Possibility of implementing reasonable traffic management measures — Additional ‘zero tariff’ option — Limitation on bandwidth)
Zaak C-34/20: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Köln — Duitsland) — Telekom Deutschland GmbH / Bundesrepublik Deutschland, vertegenwoordigd door de Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen [Prejudiciële verwijzing – Elektronische communicatie – Verordening (EU) 2015/2120 – Artikel 3 – Open-internettoegang – Artikel 3, lid 1 – Rechten van eindgebruikers – Artikel 3, lid 2 – Verbod op overeenkomsten en commerciële praktijken die de uitoefening van de rechten van eindgebruikers beperken – Artikel 3, lid 3 – Verplichting tot gelijke en niet-discriminerende behandeling van het verkeer – Mogelijkheid om redelijke verkeersbeheersmaatregelen te treffen – Extra “zero-rating”-tariefoptie – Bandbreedtebeperking]
Zaak C-34/20: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Köln — Duitsland) — Telekom Deutschland GmbH / Bundesrepublik Deutschland, vertegenwoordigd door de Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen [Prejudiciële verwijzing – Elektronische communicatie – Verordening (EU) 2015/2120 – Artikel 3 – Open-internettoegang – Artikel 3, lid 1 – Rechten van eindgebruikers – Artikel 3, lid 2 – Verbod op overeenkomsten en commerciële praktijken die de uitoefening van de rechten van eindgebruikers beperken – Artikel 3, lid 3 – Verplichting tot gelijke en niet-discriminerende behandeling van het verkeer – Mogelijkheid om redelijke verkeersbeheersmaatregelen te treffen – Extra “zero-rating”-tariefoptie – Bandbreedtebeperking]
PB C 462 van 15.11.2021, p. 17–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 462/17 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 2 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Köln — Duitsland) — Telekom Deutschland GmbH / Bundesrepublik Deutschland, vertegenwoordigd door de Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen
(Zaak C-34/20) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Elektronische communicatie - Verordening (EU) 2015/2120 - Artikel 3 - Open-internettoegang - Artikel 3, lid 1 - Rechten van eindgebruikers - Artikel 3, lid 2 - Verbod op overeenkomsten en commerciële praktijken die de uitoefening van de rechten van eindgebruikers beperken - Artikel 3, lid 3 - Verplichting tot gelijke en niet-discriminerende behandeling van het verkeer - Mogelijkheid om redelijke verkeersbeheersmaatregelen te treffen - Extra “zero-rating”-tariefoptie - Bandbreedtebeperking)
(2021/C 462/15)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgericht Köln
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Telekom Deutschland GmbH
Verwerende partij: Bundesrepublik Deutschland, vertegenwoordigd door de Bundesnetzagentur für Elektrizität, Gas, Telekommunikation, Post und Eisenbahnen
Dictum
Artikel 3 van verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie moet aldus worden uitgelegd dat een wegens de activering van een “zero-rating”-tariefoptie op videostreaming toegepaste bandbreedtebeperking, ongeacht of de videostreaming uitgaat van partnerondernemingen dan wel van overige aanbieders van inhoud, onverenigbaar is met de verplichtingen die voortvloeien uit lid 3 van dat artikel.