EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0313

Zaak T-313/19: Beroep ingesteld op 22 mei 2019 — Taghani/Commissie

PB C 246 van 22.7.2019, p. 34–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 246/34


Beroep ingesteld op 22 mei 2019 — Taghani/Commissie

(Zaak T-313/19)

(2019/C 246/36)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Jamal Taghani (Brussel, België) (vertegenwoordigers: A. Champetier en S. Rodrigues, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

de bestreden besluiten nietig te verklaren;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep tot nietigverklaring van ten eerste het besluit van EPSO van 23 juli 2018 tot afwijzing van het verzoek tot schadevergoeding dat hij heeft ingediend in verband met zijn deelneming aan vergelijkend onderzoek EPSO/AST/111/10 en ten tweede, voor zover nodig, het besluit van 14 februari 2019 tot afwijzing van zijn klacht, voert verzoeker twee middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 340, tweede alinea, VWEU en kennelijke beoordelingsfouten bij het onderzoek door de verwerende partij van de drie voorwaarden voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, niet-nakoming van de zorgplicht en van de daaruit volgende motiveringsplicht, aangezien de verwerende partij in de bestreden besluiten geen standpunt heeft ingenomen over de uiteenzettingen in de klacht over de twee voorwaarden voor de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie, namelijk het bestaan van fouten en het oorzakelijk verband.


Top