This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0001
Case T-1/19: Action brought on 7 January 2019 — CJ v Court of Justice of the European Union
Zaak T-1/19: Beroep ingesteld op 7 januari 2019 — CJ/Hof van Justitie van de Europese Unie
Zaak T-1/19: Beroep ingesteld op 7 januari 2019 — CJ/Hof van Justitie van de Europese Unie
PB C 164 van 13.5.2019, p. 52–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 164/52 |
Beroep ingesteld op 7 januari 2019 — CJ/Hof van Justitie van de Europese Unie
(Zaak T-1/19)
(2019/C 164/56)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: CJ (vertegenwoordiger: V. Kolias, advocaat)
Verwerende partij: Hof van Justitie van de Europese Unie
Conclusies
— |
voor recht verklaren dat verwerende partij in strijd met de Verdragen heeft gehandeld door niet te zorgen voor anonimisering van de door het Gerecht en het voormalige Gerecht voor ambtenarenzaken op het internet gepubliceerde processtukken waarin hij met naam wordt genoemd, en subsidiair door de niet-geanonimiseerde versies van deze documenten niet ontoegankelijk te maken voor zoekmachines op het internet; |
— |
verwerende partij verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van het beroep voert verzoeker twee middelen aan.
1. |
Eerste middel: schending van artikel 20 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In dit verband stelt verzoeker met name:
|
2. |
Tweede middel: het Gerecht heeft artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden. In dit verband stelt verzoeker met name:
|
(1) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB 2001, L 8, blz. 1).
(2) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG (PB 2018, L 295, blz. 39).