This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0274
Case C-274/19 P: Appeal brought on 31 March 2019 by Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) against the judgment of the General Court (Fourth Chamber) delivered on 22 January 2019 in Case T-198/17, EKETA v European Commission
Zaak C-274/19 P: Hogere voorziening ingesteld op 31 maart 2019 door Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 22 januari 2019 in zaak T-198/19, EKETA/ Eurpese Commissie
Zaak C-274/19 P: Hogere voorziening ingesteld op 31 maart 2019 door Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 22 januari 2019 in zaak T-198/19, EKETA/ Eurpese Commissie
PB C 182 van 27.5.2019, p. 27–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 182/27 |
Hogere voorziening ingesteld op 31 maart 2019 door Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 22 januari 2019 in zaak T-198/19, EKETA/ Eurpese Commissie
(Zaak C-274/19 P)
(2019/C 182/33)
Procestaal: Grieks
Partijen
Rekwirant: Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) (vertegenwoordigers: Vasileios Christianos en Dimitrios Karagkounis Vasileios, dikigoroi)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie
Conclusies
1. |
Het arrest van het Gerecht van 22 januari 2019 in zaak T-198/17 (1) vernietigen. |
2. |
De zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe beslissing. |
3. |
De Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Volgens rekwirant moet het bestreden arrest worden vernietigd om de volgende redenen:
— |
Eerste middel van de hogere voorziening: het Gerecht heeft niet naar recht beslist en heeft niet alle door het EKETA aangedragen bewijzen beoordeeld. Voorts heeft het Gerecht de met die bewijzen aangetoonde feiten onjuist voorgesteld, heeft het blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting ten aanzien van de verdeling van de bewijslast en heeft het de op hem rustende verplichting om zijn beslissingen te motiveren geschonden. |
— |
Tweede middel van de hogere voorziening: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door een onjuiste uitlegging te geven betreffende de vraag of sprake is van een belangenconflict. |
— |
Derde middel van de hogere voorziening: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij zijn uitlegging van het evenredigheidsbeginsel, dat het heeft geschonden. |
(1) ECLI:EU:T:2019:27.