Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0051

    Zaak C-51/19 P: Hogere voorziening ingesteld op 25 januari 2019 door World Duty Free Group, S.A., voorheen Autogrill España, S.A., tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer — uitgebreid) van 15 november 2018 in zaak T-219/10 RENV, World Duty Free Group / Commissie

    PB C 112 van 25.3.2019, p. 30–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 112/30


    Hogere voorziening ingesteld op 25 januari 2019 door World Duty Free Group, S.A., voorheen Autogrill España, S.A., tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer — uitgebreid) van 15 november 2018 in zaak T-219/10 RENV, World Duty Free Group / Commissie

    (Zaak C-51/19 P)

    (2019/C 112/36)

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Rekwirante: World Duty Free Group, S.A., voorheen Autogrill España, S.A., (vertegenwoordigers: J. Buendía Sierra, E. Abad Valdenebro, R. Calvo Salinero en A. Lamadrid de Pablo, abogados)

    Interveniënten aan de zijde van verzoekster in eerste aanleg: Koninkrijk Spanje, Bondsrepubliek Duitsland en Ierland

    Andere partij in de procedure: Europese Commissie

    Conclusies

    het arrest van het Gerecht van 15 november 2018 vernietigen;

    het beroep tot nietigverklaring toewijzen en de litigieuze beschikking definitief nietig verklaren; en

    de Europese Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Op 15 november 2018 heeft het Gerecht uitspraak gedaan in de zaak T-219/10 RENV, World Duty Free Group/Commissie (1). Bij dat arrest, waartegen deze hogere voorziening is gericht, wordt het beroep van rekwirante tegen de beschikking van de Commissie van 28 oktober 2009 (2), die betrekking heeft op de „financiële goodwill” als bedoeld in artikel 12, lid 5, van de Spaanse wet op de vennootschapsbelasting, verworpen.

    Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante één middel aan, dat is ontleend aan onjuiste rechtsopvattingen in het bestreden arrest bij de uitlegging van artikel 107, lid 1, VWEU, met betrekking tot het begrip „selectiviteit”.

    In het bijzonder wordt aangevoerd dat het Gerecht in het bestreden arrest blijk heeft gegeven van een onjuiste opvatting:

    bij de vaststelling van het referentiekader in de eerste fase van de analyse inzake selectiviteit;

    bij de vaststelling van de doelstelling op grond waarvan de verschillende situaties feitelijk en rechtens dienen te worden vergeleken in de tweede fase van de analyse inzake selectiviteit;

    bijgevolg bij de verdeling van de bewijslast en bij de toepassing van het evenredigheidsbeginsel;

    subsidiair, bij de analyse van het vermeende ontbreken van bewijs van het oorzakelijk verband tussen de onmogelijkheid van ondernemingen om een fusie aan te gaan in het buitenland en de verwerving van deelnemingen in het buitenland; en

    subsidiair, door de scheidbaarheid van de maatregel op basis van het controlepercentage uit te sluiten.

    Naast de handhaving van een onjuiste juridische redenering wordt in het bestreden arrest op verschillende punten de redenering van de beschikking vervangen door een andere, eigen redenering, hetgeen tevens schendingen van het recht oplevert.


    (1)  Arrest van 15 november 2018, World Duty Free Group/Commissie (T-219/10 RENV, EU:T:2018:784).

    (2)  Beschikking 2011/5/EG van de Commissie van 28 oktober 2009 inzake de belastingafschrijving van de financiële goodwill voor de verwerving van deelnemingen in buitenlandse ondernemingen C 45/07 (ex NN 51/07, ex CP 9/07) die door Spanje is toegepast (PB 2011, L 7, blz. 48).


    Top