Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0025

    Zaak C-25/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (Polen) op 15 januari 2019 — Corporis Sp. z o.o./Gefion Insurance A/S

    PB C 164 van 13.5.2019, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.5.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 164/11


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (Polen) op 15 januari 2019 — Corporis Sp. z o.o./Gefion Insurance A/S

    (Zaak C-25/19)

    (2019/C 164/12)

    Procestaal: Pools

    Verwijzende rechter

    Sąd Okręgowy w Poznaniu

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Corporis Sp. z o.o., Bielsko Biała

    Verwerende partij: Gefion Insurance A/S, Kopenhagen

    Prejudiciële vraag

    Moet artikel 152, leden 1 en 2, gelezen in samenhang met artikel 151 van richtlijn 2009/138/EG (1) en overweging 8 van verordening nr. 1393/2007 (2), aldus worden uitgelegd dat de vertegenwoordiging van een schadeverzekeringsonderneming door de aangestelde vertegenwoordiger ook betrekking heeft op de ontvangst van een stuk waarmee een procedure tot schadevergoeding naar aanleiding van een verkeersongeval is ingeleid?


    (1)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB 2009, L 335, blz. 1).

    (2)  Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van stukken), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad (PB 2007, L 324, blz. 79).


    Top