Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0783

    Zaak C-783/19: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Barcelona — Spanje) — Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne / GB [Prejudiciële verwijzing – Landbouw – Bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen – Eenvormig en exhaustief karakter – Verordening (EU) nr. 1308/2013 – Artikel 103, lid 2, onder a), ii) – Artikel 103, lid 2, onder b) – Voorstelling – Beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Champagne” – Diensten – Vergelijkbaarheid van producten – Gebruik van de handelsnaam “Champanillo”]

    PB C 462 van 15.11.2021, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.11.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 462/9


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 9 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Barcelona — Spanje) — Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne / GB

    (Zaak C-783/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Landbouw - Bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen - Eenvormig en exhaustief karakter - Verordening (EU) nr. 1308/2013 - Artikel 103, lid 2, onder a), ii) - Artikel 103, lid 2, onder b) - Voorstelling - Beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Champagne” - Diensten - Vergelijkbaarheid van producten - Gebruik van de handelsnaam “Champanillo”)

    (2021/C 462/07)

    Procestaal: Spaans

    Verwijzende rechter

    Audiencia Provincial de Barcelona

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne

    Verwerende partij: GB

    Dictum

    1)

    Artikel 103, lid 2, onder b), van verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat het beschermde oorsprongsbenamingen (BOB’s) beschermt tegen handelingen die betrekking hebben op zowel producten als diensten.

    2)

    Artikel 103, lid 2, onder b), van verordening nr. 1308/2013 moet aldus worden uitgelegd dat, ten eerste, de in deze bepaling bedoelde “voorstelling” niet noodzakelijkerwijs vereist dat het onder een BOB vallende product en het product of de dienst waarop het litigieuze teken betrekking heeft, identiek of soortgelijk zijn, en, ten tweede, er sprake is van een dergelijke voorstelling wanneer het gebruik van een benaming bij een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde Europese consument een voldoende rechtstreeks en duidelijk verband tussen deze benaming en de BOB oproept. Het bestaan van een dergelijk verband kan blijken uit verschillende elementen, in het bijzonder de omstandigheid dat die benaming een deel van de beschermde benaming bevat, de fonetische en visuele gelijkenis tussen de twee benamingen en de overeenstemming die daaruit voortvloeit en, zelfs wanneer deze elementen ontbreken, de omstandigheid dat de BOB en de benaming in kwestie conceptueel dicht bij elkaar liggen of dat de onder die BOB vallende producten en de producten of diensten waarop die benaming betrekking heeft, soortgelijk zijn.

    3)

    Artikel 103, lid 2, onder b), van verordening nr. 1308/2013 moet aldus worden uitgelegd dat de in deze bepaling bedoelde “voorstelling” niet afhankelijk is van de vaststelling dat er sprake is van oneerlijke concurrentie, aangezien die bepaling voorziet in een specifieke en afzonderlijke bescherming die van toepassing is ongeacht de bepalingen van nationaal recht inzake oneerlijke concurrentie.


    (1)  PB C 19 van 20.1.2020.


    Top