This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CA0501
Case C-501/19: Judgment of the Court (Third Chamber) of 21 January 2021 (request for a preliminary ruling from the Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Romania) — UCMR — ADA Asociaţia pentru Drepturi de Autor a Compozitorilor v Asociația Culturală ‘Suflet de Român’, represented by its liquidator, Pro Management Insolv IPURL (Reference for a preliminary ruling — Taxation — Value added tax (VAT) — Directive 2006/112/EC — Article 2(1)(c), Article 24(1) and Article 25(a) — Taxable transactions — Fees for the public performance of musical works — Article 28 — Collective copyright management organisation — Collection of those fees in its own name and on behalf of copyright holders from end users)
Zaak C-501/19: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 januari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înaltă Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — UCMR — ADA Asociaţia pentru Drepturi de Autor a Compozitorilor / Asociatia culturala “Suflet de Român”, vertegenwoordigd door haar curator, Pro Management Insolv IPURL [Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 2, lid 1, onder c), artikel 24, lid 1, en artikel 25, onder a) – Belastbare handelingen – Vergoedingen voor de mededeling aan het publiek van muziekwerken – Artikel 28 – Organisatie voor collectief beheer van auteursrechten – Inning op eigen naam en voor rekening van de auteursrechthebbenden van deze vergoedingen bij de eindverbruiker]
Zaak C-501/19: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 januari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înaltă Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — UCMR — ADA Asociaţia pentru Drepturi de Autor a Compozitorilor / Asociatia culturala “Suflet de Român”, vertegenwoordigd door haar curator, Pro Management Insolv IPURL [Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 2, lid 1, onder c), artikel 24, lid 1, en artikel 25, onder a) – Belastbare handelingen – Vergoedingen voor de mededeling aan het publiek van muziekwerken – Artikel 28 – Organisatie voor collectief beheer van auteursrechten – Inning op eigen naam en voor rekening van de auteursrechthebbenden van deze vergoedingen bij de eindverbruiker]
PB C 79 van 8.3.2021, p. 12–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.3.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/12 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 januari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înaltă Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — UCMR — ADA Asociaţia pentru Drepturi de Autor a Compozitorilor / Asociatia culturala “Suflet de Român”, vertegenwoordigd door haar curator, Pro Management Insolv IPURL
(Zaak C-501/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 2, lid 1, onder c), artikel 24, lid 1, en artikel 25, onder a) - Belastbare handelingen - Vergoedingen voor de mededeling aan het publiek van muziekwerken - Artikel 28 - Organisatie voor collectief beheer van auteursrechten - Inning op eigen naam en voor rekening van de auteursrechthebbenden van deze vergoedingen bij de eindverbruiker)
(2021/C 79/14)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Înaltă Curte de Casaţie şi Justiţie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: UCMR — ADA Asociaţia pentru Drepturi de Autor a Compozitorilor
Verwerende partij: Asociatia culturala “Suflet de Român”, vertegenwoordigd door haar curator, Pro Management Insolv IPURL
Dictum
1) |
Artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/88/EU van de Raad van 7 december 2010, moet aldus worden uitgelegd dat een houder van auteursrechten op muziekwerken een dienst onder bezwarende titel verricht ten behoeve van een organisator van optredens, die eindverbruiker is, wanneer aan die organisator via een niet-exclusieve licentie wordt toegestaan deze werken aan het publiek mee te delen tegen betaling van royalty’s die worden geïnd door een aangewezen organisatie voor collectief beheer, die op eigen naam maar voor rekening van die auteursrechthebbende handelt. |
2) |
Artikel 28 van richtlijn 2006/112/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/88, moet aldus worden uitgelegd dat de organisatie voor collectief beheer — die op eigen naam maar voor rekening van de houders van auteursrechten op muziekwerken royalty’s int die hun verschuldigd zijn als tegenprestatie voor de toestemming om hun beschermde werken aan het publiek mee te delen — handelt als “belastingplichtige” in de zin van dat artikel en dus wordt geacht de dienst van die rechthebbenden te hebben ontvangen voordat zij deze dienst zelf aan de eindverbruiker verstrekt. In een dergelijk geval moet de betrokken organisatie facturen op eigen naam opstellen voor de eindverbruiker waarin alle bij de eindverbruiker geïnde bedragen inclusief belasting over de toegevoegde waarde (btw) zijn opgenomen. De auteursrechthebbenden moeten op hun beurt aan de organisatie voor collectief beheer facturen, inclusief btw, uitreiken voor de in verband met de ontvangen royalty’s verrichte dienst. |