EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0430

Zaak C-430/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 4 juni 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Cluj — Roemenië) — SC C.F. SRL / A.J.F.P.M., D.G.R.F.P.C (Prejudiciële verwijzing – Beginselen van Unierecht – Eerbiediging van de rechten van de verdediging – Belastingprocedure – Uitoefening van het recht op aftrek van belasting op de toegevoegde waarde (btw) – Weigering van het recht op aftrek wegens het vermoedelijk onrechtmatig gedrag van de leveranciers van de belastingplichtige – Bestuurshandeling die de nationale belastingautoriteiten vaststellen zonder de betrokken belastingplichtige toegang te geven tot de informatie en de documenten waarop deze handeling is gebaseerd – Vermoeden van belastingfraude – Nationale praktijk volgens welke voor de uitoefening van het recht op aftrek als voorwaarde geldt dat de belastingplichtige beschikt over andere documenten dan de btw-factuur – Toelaatbaarheid)

PB C 262 van 10.8.2020, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/8


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 4 juni 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Cluj — Roemenië) — SC C.F. SRL / A.J.F.P.M., D.G.R.F.P.C

(Zaak C-430/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Beginselen van Unierecht - Eerbiediging van de rechten van de verdediging - Belastingprocedure - Uitoefening van het recht op aftrek van belasting op de toegevoegde waarde (btw) - Weigering van het recht op aftrek wegens het vermoedelijk onrechtmatig gedrag van de leveranciers van de belastingplichtige - Bestuurshandeling die de nationale belastingautoriteiten vaststellen zonder de betrokken belastingplichtige toegang te geven tot de informatie en de documenten waarop deze handeling is gebaseerd - Vermoeden van belastingfraude - Nationale praktijk volgens welke voor de uitoefening van het recht op aftrek als voorwaarde geldt dat de belastingplichtige beschikt over andere documenten dan de btw-factuur - Toelaatbaarheid)

(2020/C 262/12)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Tribunal Cluj

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: SC C.F. SRL

Verwerende partijen: A.J.F.P.M., D.G.R.F.P.C

Dictum

1)

Het algemeen beginsel van Unierecht van eerbiediging van de rechten van de verdediging moet aldus worden uitgelegd dat, wanneer een belastingplichtige in een nationale bestuursrechtelijke procedure ter controle en ter bepaling van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) geen toegang krijgt tot de informatie in zijn administratief dossier waarop een bestuursbesluit is gebaseerd waarbij hem aanvullende fiscale verplichtingen worden opgelegd, terwijl de aangezochte rechter vaststelt dat deze procedure zonder deze onregelmatigheid een andere afloop had kunnen hebben, dit beginsel vereist dat dit besluit nietig wordt verklaard.

2)

De beginselen inzake de toepassing door de lidstaten van het gemeenschappelijke stelsel inzake de belasting over de toegevoegde waarde (btw), in het bijzonder het beginsel van fiscale neutraliteit en het rechtszekerheidsbeginsel, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat ingeval de nationale belastingautoriteit op basis van eenvoudige niet-onderbouwde vermoedens betwijfelt of de economische handelingen waarvoor een btw-factuur werd uitgereikt, daadwerkelijk zijn verricht, aan de belastingplichtige op wiens naam deze factuur is opgesteld, het recht op aftrek van de btw wordt geweigerd wanneer hij niet in staat is om naast die factuur ook andere bewijzen over te leggen waaruit blijkt dat de economische handelingen daadwerkelijk zijn verricht.


(1)  PB C 288 van 26.8.2019.


Top