This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TN0100
Case T-100/18: Action brought on 20 February 2018 — Wehrheim v ECB
Zaak T-100/18: Beroep ingesteld op 20 februari 2018 — Wehrheim / ECB
Zaak T-100/18: Beroep ingesteld op 20 februari 2018 — Wehrheim / ECB
PB C 152 van 30.4.2018, p. 40–40
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 152/40 |
Beroep ingesteld op 20 februari 2018 — Wehrheim / ECB
(Zaak T-100/18)
(2018/C 152/49)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Christine Wehrheim (Offenbach, Duitsland) (vertegenwoordiger: N. De Montigny, advocaat)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
1. |
nietig te verklaren:
|
2. |
de verwerende partij te veroordelen tot betaling van de in haar verzoeken gevraagde vergoeding:
|
3. |
de verwerende partij te verwijzen in alle proceskosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij een middel aan, ontleend aan het feit dat de verwerende partij in gebreke is gebleven, door niet te voldoen aan haar zorgplicht en aan haar verplichting tot behoorlijk bestuur en bijstand, en door een verwachting te wekken die jegens haar niet kon worden vervuld, namelijk bestaande in de toekenning van een ontheemdingstoelage ofschoon zij oorspronkelijk niet voldeed aan de in het Statuut opgenomen voorwaarden voor die toelage. Door die fout is schade ontstaan die rechtstreeks verband houdt met het verzuim van de instelling.