EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TA0101

Zaak T-101/18: Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — Oostenrijk / Commissie (“Staatssteun – Nucleaire industrie – Steun die Hongarije voornemens is te verlenen voor de ontwikkeling van twee nieuwe kernreactoren op de site van de kerncentrale van Paks – Besluit waarbij de steun verenigbaar wordt verklaard met de interne markt mits bepaalde verplichtingen worden nagekomen – Artikel 107, lid 3, onder c) – Verenigbaarheid van de steun met andere bepalingen van het Unierecht dan die inzake staatssteun – Onlosmakelijk verband – Bevordering van kernenergie – Artikel 192, eerste alinea, van het Euratom-Verdrag – Beginsel van bescherming van het milieu, beginsel dat de vervuiler betaalt, voorzorgsbeginsel en duurzaamheidsbeginsel – Bepalen van de betrokken economische bedrijvigheid – Marktfalen – Verstoring van de mededinging – Evenredigheid van de steun – Noodzaak van overheidsmaatregelen – Bepalen van de steunelementen – Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten – Motiveringsplicht”)

PB C 35 van 30.1.2023, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 35/44


Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — Oostenrijk / Commissie

(Zaak T-101/18) (1)

(“Staatssteun - Nucleaire industrie - Steun die Hongarije voornemens is te verlenen voor de ontwikkeling van twee nieuwe kernreactoren op de site van de kerncentrale van Paks - Besluit waarbij de steun verenigbaar wordt verklaard met de interne markt mits bepaalde verplichtingen worden nagekomen - Artikel 107, lid 3, onder c) - Verenigbaarheid van de steun met andere bepalingen van het Unierecht dan die inzake staatssteun - Onlosmakelijk verband - Bevordering van kernenergie - Artikel 192, eerste alinea, van het Euratom-Verdrag - Beginsel van bescherming van het milieu, beginsel dat de vervuiler betaalt, voorzorgsbeginsel en duurzaamheidsbeginsel - Bepalen van de betrokken economische bedrijvigheid - Marktfalen - Verstoring van de mededinging - Evenredigheid van de steun - Noodzaak van overheidsmaatregelen - Bepalen van de steunelementen - Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten - Motiveringsplicht”)

(2023/C 35/50)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: J. Schmoll, F. Koppensteiner, M. Klamert en T. Ziniel, gemachtigden, bijgestaan door H. Kirstoferitsch, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Blanck, K. Hermann en P. Němečková, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Groot Hertogdom Luxemburg (vertegenwoordigers: A. Germeaux en T. Schell, gemachtigden, bijgestaan door P. Kinsch, advocaat)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, J. Vláčil, T. Müller, J. Pavliš en L. Halajová, gemachtigden), Franse Republiek (vertegenwoordigers: E. de Moustier en P. Dodeller, gemachtigden), Hongarije (vertegenwoordigers: M. Fehér, gemachtigde, bijgestaan door P. Nagy, N. Gràcia Malfeito, B. Karsai, advocaten en C. Bellamy, KC), republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde), Slowaakse Republiek (vertegenwoordiger: S. Ondrášiková, gemachtigde), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: F. Shibli, L. Baxter en S. McCrory, gemachtigden, bijgestaan door T. Johnston, barrister)

Voorwerp

1 Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU verzoekt de Republiek Oostenrijk om nietigverklaring van besluit (EU) 2017/2112 van de Commissie van 6 maart 2017 betreffende de maatregel/steunregeling/staatssteun SA.38454 — 2015/C (ex 2015/N) die Hongarije van plan is ten uitvoer te leggen ter ondersteuning van de ontwikkeling van twee nieuwe kernreactoren in de kerncentrale Paks II (PB 2017, L 317, blz. 45).

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Republiek Oostenrijk draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie.

3)

De Tsjechische Republiek, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Polen, de Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen elk hun eigen kosten.


(1)  PB C 152 van 30.4.2018.


Top