This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0499
Case C-499/18 P: Appeal brought on 27 July 2018 by Bayer CropScience AG against the judgment of the General Court (First Chamber, Extended Composition) delivered on 17 May 2018 in Case T-429/13: Bayer CropScience AG v European Commission
Zaak C-499/18 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 juli 2018 door Bayer CropScience AG tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer — uitgebreid) van 17 mei 2018 in zaak T-429/13, Bayer CropScience AG / Europese Commissie
Zaak C-499/18 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 juli 2018 door Bayer CropScience AG tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer — uitgebreid) van 17 mei 2018 in zaak T-429/13, Bayer CropScience AG / Europese Commissie
PB C 381 van 22.10.2018, p. 12–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 381/12 |
Hogere voorziening ingesteld op 27 juli 2018 door Bayer CropScience AG tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer — uitgebreid) van 17 mei 2018 in zaak T-429/13, Bayer CropScience AG / Europese Commissie
(Zaak C-499/18 P)
(2018/C 381/13)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Bayer CropScience AG (vertegenwoordigers: K. Nordlander, advokat, C. Zimmermann, avocat, A. Robert, advocate, M. Zdzieborska, Solicitor)
Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Association générale des producteurs de maïs et autres céréales cultivées de la sous-famille des panicoïdées (AGPM), The National Farmers’ Union (NFU), European Crop Protection Association (ECPA), Rapool-Ring GmbH Qualitätsraps deutscher Züchter, European Seed Association (ESA), Agricultural Industries Confederation Ltd, Koninkrijk Zweden, Union nationale de l'apiculture française (UNAF), Deutscher Berufs- und Erwerbsimkerbund eV, Österreichischer Erwerbsimkerbund, Pesticide Action Network Europe (PAN Europe), Bee Life European Beekeeping Coordination (Bee Life), Buglife — The Invertebrate Conservation Trust, Stichting Greenpeace Council
Conclusies
— |
het arrest van het Gerecht in zaak T-429/13 vernietigen; |
— |
het in eerste aanleg ingestelde beroep toewijzen en verordening nr. 485/2013 (1), nietig verklaren voor zover zij betrekking heeft op rekwirante; |
— |
verweerster verwijzen in de kosten van rekwirante alsook in haar eigen kosten van zowel de procedure in eerste aanleg als die in hogere voorziening. |
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirante stelt dat het Gerecht blijk heeft gegeven van de volgende onjuiste rechtsopvattingen:
Eerste middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat een toename van de mate van zekerheid van eerdere kennis kan worden aangemerkt als „nieuwe” wetenschappelijke kennis in de zin van artikel 21, lid 1, van verordening nr. 1107/2009 (2).
Tweede middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 21, lid 3, van verordening nr. 1107/2009 door te oordelen dat de EFSA haar risicobeoordeling niet moest baseren op de ten tijde van de herziening van toepassing zijnde officiële richtsnoeren.
Derde middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 21, lid 3, van verordening nr. 1107/2009.
Vierde middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door geen — voor de toepassing van voorzorgsmaatregelen vereist — aanvaardbaar niveau van wetenschappelijke zekerheid met betrekking tot de verwezenlijking van het vermeende risico vast te stellen.
Vijfde middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door geen toepassing te maken van de normen voor een grondige en nauwkeurige risicobeoordeling, welke moet worden uitgevoerd vóór de vaststelling van voorzorgsmaatregelen.
Zesde middel: het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door een onjuiste afbakening van de effectbeoordeling en door niet-naleving van de vereisten van de effectbeoordeling, welke moet worden uitgevoerd vóór de vaststelling van voorzorgsmaatregelen.
(1) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 485/2013 van de Commissie van 24 mei 2013 tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, wat de voorwaarden voor goedkeuring van de werkzame stoffen clothianidin, thiamethoxam en imidacloprid betreft, en houdende een verbod op het gebruik en de verkoop van zaden die zijn behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten (PB 2013, L 139, blz. 12).
(2) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB 2009, L 309, blz. 1).