This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0085
Case C-85/18: Request for a preliminary ruling from the Judecătoria Oradea (Romania) lodged on 8 February 2018 — CV v DU
Zaak C-85/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Oradea (Roemenië) op 8 februari 2018 — CV / DU
Zaak C-85/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Oradea (Roemenië) op 8 februari 2018 — CV / DU
PB C 152 van 30.4.2018, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 152/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Judecătoria Oradea (Roemenië) op 8 februari 2018 — CV / DU
(Zaak C-85/18)
(2018/C 152/15)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Judecătoria Oradea
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: CV
Verwerende partij: DU
Prejudiciële vragen
1) |
Moet het begrip gewone verblijfplaats van het kind in de zin van artikel 8, lid 1, van verordening nr. 2201/2003 (1) aldus worden uitgelegd dat het overeenkomt met de plaats waar het kind in zekere mate is geïntegreerd in een sociale en familiale omgeving, ongeacht of op het grondgebied van een andere lidstaat een rechterlijke beslissing is gegeven na de verhuizing van het kind met zijn vader naar het grondgebied van de staat waar de minderjarige in die sociale en familiale omgeving is geïntegreerd? Of is in dat geval artikel 13 van verordening nr. 2201/2003 van toepassing, op grond waarvan de bevoegdheid wordt gebaseerd op de aanwezigheid van het kind? |
2) |
Is het feit dat de minderjarige de nationaliteit bezit van de lidstaat waar hij zich met zijn vader heeft gevestigd en dat de ouders alleen de Roemeense nationaliteit bezitten, in dat geval relevant voor de bepaling van de gewone verblijfplaats? |
(1) Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000 (PB 2003, L 338, blz. 1).