This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CD0543
Decision of the Court of Justice (Reviewing Chamber) of 17 September 2018.#HG v European Commission.#Review.#Case C-543/18 RX.
Beslissing van het Hof (Kamer van heroverweging) van 17 september 2018.
HG tegen Europese Commissie.
Heroverweging.
Zaak C-543/18 RX.
Beslissing van het Hof (Kamer van heroverweging) van 17 september 2018.
HG tegen Europese Commissie.
Heroverweging.
Zaak C-543/18 RX.
Court reports – general
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2018:764
BESLISSING VAN HET HOF (Kamer van heroverweging)
17 september 2018 ( *1 )
„Heroverweging”
In zaak C‑543/18 RX,
betreffende een voorstel tot heroverweging, dat de eerste advocaat-generaal op 20 augustus 2018 krachtens artikel 62 van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft gedaan,
neemt
HET HOF (Kamer van heroverweging),
samengesteld als volgt: M. Ilešič (rapporteur), kamerpresident, A. Rosas, C. Toader, A. Prechal en E. Jarašiūnas, rechters,
de navolgende
Beslissing
1 |
Het door de eerste advocaat-generaal gedane voorstel tot heroverweging betreft het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 19 juli 2018, HG/Commissie (T‑693/16 P, niet gepubliceerd, EU:T:2018:492). Bij dat arrest heeft het Gerecht vernietigd het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 19 juli 2016, HG/Commissie (F‑149/15, EU:F:2016:155), waarbij is verworpen verzoekers beroep tot, primair, ten eerste, nietigverklaring van de beslissing van de Europese Commissie van 10 februari 2015 waarbij hem een tuchtsanctie is opgelegd die een schorsing inhield van de plaatsing in een hogere salaristrap gedurende 18 maanden en waarbij verzoeker is veroordeeld tot vergoeding van de door de Commissie geleden schade ten bedrage van 108596,35 EUR en, voor zover nodig, van de beslissing tot afwijzing van zijn bezwaar, en, ten tweede, veroordeling van de Commissie tot vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden. |
2 |
Het Gerecht was van oordeel dat de samenstelling van de rechtsprekende formatie van het Gerecht voor ambtenarenzaken die laatstbedoeld arrest heeft gewezen, niet regelmatig was. |
3 |
Uit artikel 256, lid 2, VWEU volgt dat de beslissingen die het Gerecht op hogere voorziening tegen de beslissingen van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie neemt, bij uitzondering kunnen worden heroverwogen door het Hof, op de wijze en binnen de grenzen die in het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie worden bepaald, wanneer er een ernstig gevaar bestaat dat de eenheid of de samenhang van het recht van de Unie wordt aangetast. |
4 |
Krachtens artikel 62 van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan de eerste advocaat-generaal het Hof voorstellen de beslissing van het Gerecht te heroverwegen, wanneer hij van oordeel is dat er een ernstig risico bestaat dat de eenheid of de samenhang van het recht van de Unie wordt aangetast. |
5 |
In dat verband volgt uit artikel 193, lid 4, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof dat wanneer bij de Kamer van heroverweging van het Hof een dergelijk voorstel wordt ingediend, deze Kamer beslist of de beslissing van het Gerecht moet worden heroverwogen en dat, wanneer dit het geval is, de beslissing tot heroverweging van de beslissing van het Gerecht enkel de vragen vermeldt die voorwerp van de heroverweging zijn. |
6 |
In casu is de Kamer van heroverweging van oordeel dat het arrest van 19 juli 2018, HG/Commissie (T‑693/16 P, niet gepubliceerd, EU:T:2018:492), dient te worden heroverwogen. |
7 |
De vraag die voorwerp van die heroverweging zal zijn, is opgenomen in punt 2 van het dictum van de onderhavige beslissing. |
Het Hof (Kamer voor heroverweging) beslist: |
|
|
|
ondertekeningen |
( *1 ) Procestaal: Frans.