EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0231

Zaak C-231/18: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 7 februari 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Oldenburg — Duitsland) — NK (Prejudiciële verwijzing — Vervoer — Wegvervoer — Verordening (EG) nr. 561/2006 — Verordening (EU) nr. 165/2014 — Verplichting tot gebruik van een tachograaf — Uitzondering voor voertuigen die levende dieren vervoeren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen)

PB C 131 van 8.4.2019, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 131/15


Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 7 februari 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Oldenburg — Duitsland) — NK

(Zaak C-231/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Vervoer - Wegvervoer - Verordening (EG) nr. 561/2006 - Verordening (EU) nr. 165/2014 - Verplichting tot gebruik van een tachograaf - Uitzondering voor voertuigen die levende dieren vervoeren van de boerderijen naar de plaatselijke markten en omgekeerd, of van de markten naar de plaatselijke slachthuizen)

(2019/C 131/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Oldenburg

Partij in het hoofdgeding

NK

in tegenwoordigheid van: Staatsanwaltschaft Oldenburg, Staatliches Gewerbeaufsichtsamt Oldenburg

Dictum

De zinsnede „lokale markten” in artikel 13, lid 1, onder p), van verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014, moet aldus worden uitgelegd dat deze noch op een transactie tussen een groothandelaar in vee en een landbouwer, noch op de groothandelaar in vee zelf kan duiden, wat betekent dat de uitzondering waarin die bepaling voorziet niet kan worden uitgebreid tot voertuigen die levende dieren rechtstreeks van de boerderijen naar de plaatselijke slachthuizen vervoeren.


(1)  PB C 221 van 25.6.2018.


Top