EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0004

Gevoegde zaken C-4/18 en C-5/18: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 oktober 2019 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) – Michael Winterhoff, optredend als curator van DIREKTexpress Holding AG/Finanzamt Ulm (C-4/18), en Jochen Eisenbeis, optredend als curator van JUREX GmbH/Bundeszentralamt für Steuern (C-5/18) (Prejudiciële verwijzing – Fiscale bepalingen – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Richtlijn 2006/112/EG – Artikel 132, lid 1, onder a) – Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang – Openbare postdiensten – Richtlijn 97/67/EG – Aanbieder van de universele postdienst – Particuliere marktdeelnemer die een dienst verricht op het gebied van de betekening van stukken van rechterlijke of administratieve instanties)

PB C 423 van 16.12.2019, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.12.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 423/4


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 oktober 2019 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof - Duitsland) – Michael Winterhoff, optredend als curator van DIREKTexpress Holding AG/Finanzamt Ulm (C-4/18), en Jochen Eisenbeis, optredend als curator van JUREX GmbH/Bundeszentralamt für Steuern (C-5/18)

(Gevoegde zaken C-4/18 en C-5/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 132, lid 1, onder a) - Vrijstellingen voor bepaalde activiteiten van algemeen belang - Openbare postdiensten - Richtlijn 97/67/EG - Aanbieder van de universele postdienst - Particuliere marktdeelnemer die een dienst verricht op het gebied van de betekening van stukken van rechterlijke of administratieve instanties)

(2019/C 423/05)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Michael Winterhoff, optredend als curator van DIREKTexpress Holding AG (C-4/18), en Jochen Eisenbeis, optredend als curator van JUREX GmbH (C-5/18)

Verwerende partijen: Finanzamt Ulm (C-4/18), Bundeszentralamt für Steuern (C-5/18)

Dictum

Artikel 2, punt 13, en artikel 3 van richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008, dienen aldus te worden uitgelegd dat aanbieders van postbezorgingsdiensten als die welke in de hoofdgedingen aan de orde zijn, die in hun hoedanigheid van houders van een nationale vergunning voor het aanbieden van deze diensten, overeenkomstig de nationaalrechtelijke bepalingen verplicht zijn diensten op het gebied van de betekening van stukken van rechterlijke of administratieve instanties te verrichten, moeten worden beschouwd als „aanbieders van de universele dienst” in de zin van die bepalingen, zodat de betrokken diensten als door „openbare postdiensten” verrichte diensten van belasting over de toegevoegde waarde moeten worden vrijgesteld krachtens artikel 132, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.


(1)  PB C 123 van 9.4.2018.


Top