This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0447
Case T-447/17: Action brought on 18 July 2017 — Bowles v ECB
Zaak T-447/17: Beroep ingesteld op 18 juli 2017 — Bowles/ECB
Zaak T-447/17: Beroep ingesteld op 18 juli 2017 — Bowles/ECB
PB C 347 van 16.10.2017, p. 27–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 347/27 |
Beroep ingesteld op 18 juli 2017 — Bowles/ECB
(Zaak T-447/17)
(2017/C 347/36)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Carlos Bowles (Frankfurt-am-Main, Duitsland) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren; |
— |
dientengevolge,
|
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van de beginselen van publiciteit, transparantie, gelijke behandeling en non-discriminatie alsmede van de artikelen 20.2 van het reglement van orde, 8 (a) van de arbeidsvoorwaarden, 1a.1.1 van de regels voor het personeel en de artikelen 2 en 3 VEU en 20 en 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. In dit verband stelt verzoeker dat hij niet de mogelijkheid heeft gehad om te solliciteren naar het ambt van adviseur van de president en coördinator van de Raad bij de directie, terwijl [X] wel die mogelijkheid heeft gehad. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 1a.7 van de regels voor het personeel, aangezien dat artikel alleen de rechtsgrondslag biedt voor de aanstelling van een sollicitant in het ambt van adviseur bij een lid van de directie en niet van een sollicitant in een post van adviseur bij de president en coördinator bij de directie, waardoor de verantwoordelijkheden eveneens op een hoger niveau komen te liggen dat die van een adviseur. |
3. |
Derde middel, ontleend aan het ontbreken van raadpleging van het personeelscomité over het creëren van een nieuw ambt en over de wijziging van het niveau van de post van coördinator, hetgeen in strijd is met de artikelen 48 en 49 van de arbeidsvoorwaarden en het memorandum van overeenstemming. |
4. |
Vierde middel, ontleend aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur wegens het ontbreken van een functieomschrijving voor het ambt van adviseur van de president en coördinator van de Raad bij de directie. |