Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0436

    Zaak T-436/17: Beroep ingesteld op 12 juli 2017 — ClientEarth e.a./Commissie

    PB C 300 van 11.9.2017, p. 33–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.9.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 300/33


    Beroep ingesteld op 12 juli 2017 — ClientEarth e.a./Commissie

    (Zaak T-436/17)

    (2017/C 300/41)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: ClientEarth (Londen, Verenigd Koninkrijk), Europees Milieubureau (EEB) (Brussel, België), The International Chemical Secretariat (Göteborg, Zweden), International POPs Elimination Network (IPEN) (Göteburg) (vertegenwoordiger: A. Jones, Barrister)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het verzoekschrift ontvankelijk en gegrond verklaren;

    besluit C(2017) 2914 final van de Commissie van 2 mei 2017 houdende weigering tot herziening van besluit C(2016) 5644 van de Commissie waarbij voor bepaalde vormen van gebruik van loodsulfochromaat geel en loodchromaat molybdaat sulfaat rood autorisatie is verleend op grond van verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB 2006, L 396, blz. 1);

    besluit C(2016) 5644 van de Commissie nietig verklaren;

    de Commissie verwijzen in verzoeksters’ kosten, en

    elke passend geachte maatregel gelasten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen vier middelen aan.

    1.

    Het eerste middel is eraan ontleend dat in besluit C(2017) 2914 final kennelijk het recht is geschonden en beoordelingsfouten zijn gemaakt op het punt van de vermeende overeenstemming van de autorisatieaanvraag van DCC Maastricht BV als bedoeld in de artikelen 62 en 60, lid 7, van de REACH-verordening.

    2.

    Het tweede middel is eraan ontleend dat in besluit C(2017) 2914 final kennelijk het recht is geschonden en beoordelingsfouten zijn gemaakt op het punt van de sociaal-economische analyse op grond van artikel 60, lid 4, van de REACH-verordening.

    3.

    Het derde middel is eraan ontleend dat in besluit C(2017) 2914 final kennelijk het recht is geschonden en beoordelingsfouten zijn gemaakt op het punt van de analyse van de alternatieven op grond van artikel 60, leden 4 en 5, van de REACH-verordening.

    4.

    Het vierde middel is eraan ontleend dat in besluit C(2017) 2914 final kennelijk het recht is geschonden en beoordelingsfouten zijn gemaakt op het punt van de toepassing van de algemene beginselen van Unierecht, waaronder de motiveringsplicht en het voorzorgsbeginsel, in de context van de autorisatieprocedure op grond van de REACH-verordening.


    Top