EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0200

Zaak T-200/17: Beroep ingesteld op 29 maart 2017 — SB/EUIPO

PB C 178 van 6.6.2017, p. 29–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/29


Beroep ingesteld op 29 maart 2017 — SB/EUIPO

(Zaak T-200/17)

(2017/C 178/42)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: SB (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

nietig te verklaren het besluit van de uitvoerend directeur van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 2 juni 2016 waarbij is geweigerd om verzoeksters overeenkomst voor een tweede keer te verlengen, en het besluit van de uitvoerend directeur van het EUIPO van 19 december 2016 tot afwijzing van verzoeksters klacht van 1 september 2016;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van de bepalingen van het Statuut en van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie door de toepassing van de interne regels van de verwerende partij, die ambtenaren en tijdelijk functionarissen voor onbepaalde tijd gelijkstellen. Bovendien heeft de verwerende partij, door onderscheid te maken tussen tijdelijk functionarissen met overeenkomsten voor bepaalde tijd en die met een overeenkomst voor onbepaalde tijd, de bepalingen van het Statuut geschonden en, in het onderhavige geval, het beginsel van gelijke behandeling.

2.

Tweede middel, ontleend aan het ontbreken van motivering dan wel een onwettige, tegenstrijdige en ontoereikende motivering.

3.

Derde middel, ontleend aan niet-nakoming van de aan het personeel verschuldigde zorgplicht.

4.

Vierde middel, ontleend aan discriminatie op grond van leeftijd als gevolg van de toepassing door de verwerende partij van een personeelsbeleid dat erop gericht is om de gemiddelde leeftijd van het personeel te verlagen.


Top