Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0457

    Zaak C-457/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 31 juli 2017 — Heiko Jonny Maniero/Studienstiftung des deutschen Volkes eV

    PB C 347 van 16.10.2017, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 347/12


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 31 juli 2017 — Heiko Jonny Maniero/Studienstiftung des deutschen Volkes eV

    (Zaak C-457/17)

    (2017/C 347/14)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoeker tot Revision: Heiko Jonny Maniero

    Verweerster in Revision: Studienstiftung des deutschen Volkes eV

    Prejudiciële vragen

    1)

    Valt de verlening door een geregistreerde vereniging (eingetragener Verein), van studiebeurzen ter stimulering van onderzoeks- of studieprojecten in het buitenland onder het begrip „onderwijs” in de zin van artikel 3, lid 1, onder g), van richtlijn 2000/43/EG (1)?

    2)

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

    Vormt bij de verlening van de in de eerste prejudiciële vraag genoemde studiebeurzen de deelnamevoorwaarde van het slagen voor het Erstes Juristisches Staatsexamen (eerste staatsexamen rechtsgeleerdheid; hierna: „eerste staatsexamen”) een indirecte discriminatie van een aanvrager in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), van richtlijn 2000/43/EG, wanneer de aanvrager, een burger van de Unie, weliswaar een vergelijkbaar diploma in een niet bij de Europese Unie horende staat heeft behaald, zonder dat de keuze van deze plaats waar het diploma is behaald, in verband staat met de etnische afstamming van de aanvrager, maar hij op grond van zijn woonplaats in Duitsland en de vloeiende beheersing van de Duitse taal net als een Duitse onderdaan de mogelijkheid had om na een rechtenstudie in Duitsland het eerste staatsexamen af te leggen?

    Maakt het hierbij verschil dat met het studiebeursprogramma, dat geen discriminerende kenmerken vertoont, wordt beoogd om afgestudeerden van een rechtenstudie in Duitsland door het stimuleren van onderzoeks- of studieprojecten in het buitenland kennis van buitenlandse rechtsstelsels, buitenlandervaring en taalkennis te laten opdoen?


    (1)  Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB L 180, blz. 22).


    Top