Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0454

    Zaak C-454/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 27 juli 2017 door Vincent Piessevaux tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 17 mei 2017 in zaak T-519/16, Vincent Piessevaux/Raad van de Europese Unie

    PB C 374 van 6.11.2017, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.11.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 374/14


    Hogere voorziening ingesteld op 27 juli 2017 door Vincent Piessevaux tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 17 mei 2017 in zaak T-519/16, Vincent Piessevaux/Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-454/17 P)

    (2017/C 374/19)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Rekwirant: Vincent Piessevaux (vertegenwoordiger: L. Ponteville, advocaat)

    Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    vernietiging van het arrest van het Gerecht van 17 mei 2017 in zaak T-519/16;

    toewijzing van de door rekwirant bij het Gerecht ingediende vorderingen;

    verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de beide instanties.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het eerste middel van de hogere voorziening is ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling, van artikel 77 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en van artikel 11, lid 2, van bijlage VII bij dat Statuut. Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de exceptie van onwettigheid van mededeling aan het personeel 113/11 van het TABG van de Raad af te wijzen, waarbij een uitzondering wordt ingevoerd op artikel 9, derde alinea, derde volzin, van het besluit van de Raad van 11 oktober 2011 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen van de artikelen 11 en 12 van bijlage VIII bij het Statuut van de ambtenaren betreffende de overdracht van pensioenrechten (de „AUB 2011”). Volgens deze uitzondering blijven de op 29 april 2004 vastgestelde algemene uitvoeringsbepalingen (de „AUB 2004”) alleen gelden wanneer het TABG de betrokkene een voorstel voor extra pensioenjaren heeft gedaan en deze vóór de inwerkingtreding van de AUB 2011 daarmee heeft ingestemd. De reden die voor deze afwijzing is gegeven, en die is opgenomen in de punten 68 tot en met 71 van het bestreden arrest, is immers in strijd met het gelijkheidsbeginsel, met artikel 77 van het Ambtenarenstatuut en met artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij dat Statuut.

    Het tweede middel van de hogere voorziening is ontleend aan een onjuiste opvatting van het eerste onderdeel van het derde middel tot nietigverklaring dat rekwirant had aangevoerd, aan schending van het vertrouwen dat de handelingen genieten, ontoereikende motivering en schending van het gelijkheidsbeginsel. Het oordeel van het Gerecht berust immers op de volgende onjuiste rechtsopvattingen:

    in de punten 73, 74, 80 en 81 van het bestreden arrest, onjuiste opvatting van het eerste onderdeel van het derde middel tot nietigverklaring en schending van het vertrouwen dat aan rekwirants geschriften verschuldigd is, door ten onrechte te stellen dat hij zich had beroepen op schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen;

    in de punten 73 tot en met 100 van het bestreden arrest, door in strijd met artikel 36 van het Statuut van het Hof niet te antwoorden op het eerste onderdeel van het derde middel tot nietigverklaring, dat gebaseerd is op schending van het beginsel van gelijke behandeling en niet op schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen;

    in de punten 82 tot en met 100 van het bestreden arrest — voor het geval toch moet worden aangenomen dat de punten 82 tot en met 100, of een deel daarvan of bepaalde elementen daarvan, een antwoord vormen op het eerste onderdeel van het derde middel tot nietigverklaring — door de exceptie van onwettigheid af te wijzen van artikel 9, derde alinea, derde volzin, van de AUB 2011, die rekwirant had aangevoerd en was gebaseerd op schending van het gelijkheidsbeginsel.


    Top