This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0439
Case C-439/17: Request for a preliminary ruling from the Verwaltungsgericht Hamburg (Germany) lodged on 20 July 2017 — British American Tobacco (Germany) GmbH v Freie und Hansestadt Hamburg
Zaak C-439/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hamburg (Duitsland) op 20 juli 2017 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Freie und Hansestadt Hamburg
Zaak C-439/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hamburg (Duitsland) op 20 juli 2017 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Freie und Hansestadt Hamburg
PB C 347 van 16.10.2017, p. 10–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 347/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hamburg (Duitsland) op 20 juli 2017 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Freie und Hansestadt Hamburg
(Zaak C-439/17)
(2017/C 347/11)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgericht Hamburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: British American Tobacco (Germany) GmbH
Verwerende partij: Freie und Hansestadt Hamburg
Prejudiciële vragen
1) |
Dient artikel 7, lid 7, eerste zin, van richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG (1) (hierna: „de richtlijn”), aldus te worden uitgelegd dat het verbod op het in de handel brengen van tabaksproducten met bestanddelen die geur- of smaakstoffen bevatten, geen betrekking heeft op tabaksproducten die als gevolg van de in de bestanddelen daarvan aanwezige geur- en smaakstoffen een kenmerkend aroma in de zin van de definitie van artikel 2, punt 25, van de richtlijn hebben? |
2) |
Indien de eerste vraag ontkennend moet worden beantwoord: Dient artikel 7, lid 14, van de richtlijn aldus te worden uitgelegd dat die overgangsbepaling enkel ziet op het verbod op het in de handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma als vervat in artikel 7, lid 1, eerste zin, van de richtlijn of — mede — op het verbod op het in de handel brengen van tabaksproducten met bestanddelen die geur- of smaakstoffen bevatten als vervat in artikel 7, lid 7, eerste zin, van de richtlijn? |
3) |
Indien de eerste vraag bevestigend moet worden beantwoord of de tweede vraag aldus moet worden beantwoord dat artikel 7, lid 14, van de richtlijn mede ziet op het verbod op het in de handel brengen van tabaksproducten met bestanddelen die geur- of smaakstoffen bevatten als vervat in artikel 7, lid 7, eerste zin, van de richtlijn: hoe dienen dan de bewoordingen „tabaksproducten met een kenmerkend aroma” en „bepaalde productcategorie” in artikel 7, lid 14, van de richtlijn te worden opgevat? |