EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0383

Zaak C-383/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 11 juli 2016 — Vion Livestock BV tegen Staatssecretaris van Economische Zaken

PB C 371 van 10.10.2016, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 371/3


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 11 juli 2016 — Vion Livestock BV tegen Staatssecretaris van Economische Zaken

(Zaak C-383/16)

(2016/C 371/03)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

College van Beroep voor het Bedrijfsleven

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Vion Livestock BV

Verweerder: Staatssecretaris van Economische Zaken

Prejudiciële vragen

1)

Moeten de artikelen 5, vierde lid, en 8, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1/2005 (1) van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten […], gelezen in samenhang met de bepalingen inzake het journaal van bijlage II bij die verordening, aldus worden uitgelegd dat zij voor de organisator van het transport en/of de houder van de dieren de verplichting inhouden dat zij bij een transport van dieren naar een derde land, het journaal moeten bijhouden tot en met de plaats van bestemming in dat derde land?

2)

Moeten de artikelen 5 en 7 van verordening (EU) nr. 817/2010 (2) van de Commissie van 16 september 2010 tot vaststelling, op grond van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voor de toekenning van uitvoerrestituties te vervullen voorwaarden in verband met het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer […], gelezen in samenhang met artikel 4 van die verordening, aldus worden uitgelegd dat de uitvoerrestituties moeten worden teruggevorderd indien het journaal niet is bijgehouden tot en met de plaats van bestemming in het derde land, omdat de vervoerder heeft voldaan aan de in bijlage II, punt 7, bij verordening 1/2005 opgenomen verplichting om het journaal aan de officiële dierenarts op de plaats van uitgang te overhandigen?

3)

Moeten de artikelen 5 en 7 van verordening 817/2010, gelezen in samenhang met artikel 4 van die verordening, aldus worden uitgelegd dat de uitvoerrestituties moeten worden teruggevorderd indien de exporteur niet kan bewijzen dat aan de voorschriften van verordening 1/2005 is voldaan, in de situatie dat de dierenarts in het kader van de door hem op grond van artikel 3, eerste lid, van verordening 817/2010 in het derde land te verrichten controles niet kan nagaan of de reisschemagegevens (het journaal) al dan niet bevredigend zijn, dat wil zeggen in overeenstemming zijn met de voorschriften van verordening 1/2005 (en bijgevolg evenmin kan verklaren dat het resultaat van die controles bevredigend is), omdat de vervoerder het journaal aan de officiële dierenarts op de plaats van uitgang heeft overhandigd?


(1)  PB 2005, L 3, blz. 1.

(2)  PB 2010, L 245, blz. 16.


Top