This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CN0159
Case C-159/16: Request for a preliminary ruling from the Augstākā tiesa (Latvia) lodged on 17 March 2016 — VAS ‘Starptautiskā lidosta “Rīga”’ v Konkurences padome
Zaak C-159/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 17 maart 2016 — „Starptautiskā lidosta „Rīga”” VAS/Konkurences padome
Zaak C-159/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 17 maart 2016 — „Starptautiskā lidosta „Rīga”” VAS/Konkurences padome
PB C 191 van 30.5.2016, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 191/15 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 17 maart 2016 — „Starptautiskā lidosta „Rīga”” VAS/Konkurences padome
(Zaak C-159/16)
(2016/C 191/19)
Procestaal: Lets
Verwijzende rechter
Augstākā tiesa
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster tot cassatie:„Starptautiskā lidosta „Rīga”” VAS
Verweerster in cassatie: Konkurences padome
Prejudiciële vragen
1) |
Moeten de artikelen 102 en 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aldus worden uitgelegd dat een en dezelfde handeling van een overheidsonderneming tegelijk kan worden beoordeeld vanuit het perspectief van staatssteun (mogelijke verlening van staatssteun aan een klant of handelspartner) en vanuit het perspectief van machtsmisbruik (prijsdiscriminatie)? |
2) |
Bestaat er tussen die twee beoordelingen een rangorde of hiërarchie? |
3) |
Mag de overheid of een rechterlijke instantie bij de behandeling van een mededingingszaak die betrekking heeft op prijsdiscriminatie ten opzichte van klanten of handelspartners van een overheidsonderneming, verklaren dat de handeling van een marktdeelnemer een schending oplevert van artikel 102 VWEU als die schending het gevolg is van de omstandigheid dat staatssteun is verleend zonder dat het vooronderzoek als bedoeld in artikel 108, lid 3, VWEU heeft plaatsgevonden? |