EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0256

Zaak C-256/16: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 maart 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Düsseldorf — Duitsland) — Deichmann SE / Hauptzollamt Duisburg [Prejudiciële verwijzing — Ontvankelijkheid — Antidumpingprocedure — Geldigheid van een verordening tot uitvoering van een arrest van het Hof waarbij eerdere verordeningen ongeldig zijn verklaard — Verplichting tot uitvoering — Rechtsgrondslag — Verordening (EG) nr. 1225/2009 — Artikel 14 — Bepaling van de criteria voor de inning van antidumpingrechten door de lidstaten — Bevel tot opschorting van de terugbetaling van antidumpingrechten door de nationale douaneautoriteiten — Hervatting van de procedure die voorafging aan de vaststelling van de ongeldig verklaarde verordeningen — Artikel 10 — Verbod van terugwerkende kracht — Communautair douanewetboek — Artikel 221 — Verjaring — Artikel 236 — Terugbetaling van niet-verschuldigde rechten]

PB C 166 van 14.5.2018, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 166/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 maart 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Düsseldorf — Duitsland) — Deichmann SE / Hauptzollamt Duisburg

(Zaak C-256/16) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Ontvankelijkheid - Antidumpingprocedure - Geldigheid van een verordening tot uitvoering van een arrest van het Hof waarbij eerdere verordeningen ongeldig zijn verklaard - Verplichting tot uitvoering - Rechtsgrondslag - Verordening (EG) nr. 1225/2009 - Artikel 14 - Bepaling van de criteria voor de inning van antidumpingrechten door de lidstaten - Bevel tot opschorting van de terugbetaling van antidumpingrechten door de nationale douaneautoriteiten - Hervatting van de procedure die voorafging aan de vaststelling van de ongeldig verklaarde verordeningen - Artikel 10 - Verbod van terugwerkende kracht - Communautair douanewetboek - Artikel 221 - Verjaring - Artikel 236 - Terugbetaling van niet-verschuldigde rechten])

(2018/C 166/06)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Deichmann SE

Verwerende partij: Hauptzollamt Duisburg

Dictum

Bij het onderzoek van de gestelde vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid kunnen aantasten van uitvoeringsverordening (EU) 2016/223 van de Commissie van 17 februari 2016 tot vaststelling van een procedure voor de beoordeling van bepaalde verzoeken om behandeling als marktgerichte onderneming en verzoeken om individuele behandeling van producenten-exporteurs uit China en Vietnam en tot uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de gevoegde zaken C-659/13 en C-34/14.


(1)  PB C 260 van 18.7.2016.


Top