Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0035

    Zaak T-35/15: Beroep ingesteld op 14 januari 2015 — Alkarim for Trade and Industry/Raad

    PB C 89 van 16.3.2015, p. 39–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.3.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 89/39


    Beroep ingesteld op 14 januari 2015 — Alkarim for Trade and Industry/Raad

    (Zaak T-35/15)

    (2015/C 089/47)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Alkarim for Trade and Industry LLC (Tal Kurdi, Syrië) (vertegenwoordigers: J.-P. Buyle en L. Cloquet, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1105/2014 van de Raad van 20 oktober 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, voor zover deze verzoekende partij betreft;

    nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2014/730/GBVB van de Raad van 20 oktober 2014 houdende uitvoering van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië, voor zover dit verzoekende partij betreft;

    verwijzing van de Raad in alle kosten van het geding, daaronder begrepen die van verzoekende partij.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces, voor zover verzoekende partij nooit is gehoord voordat de litigieuze sancties werden aangenomen.

    2.

    Tweede middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten.

    3.

    Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel.

    4.

    Vierde middel: onevenredige schending van het eigendomsrecht en het recht een beroepsactiviteit uit te oefenen.

    5.

    Vijfde middel: onwettigheid van de bestreden besluiten, voor zover de voorwaarden van artikel 32 van besluit 2013/255/GBVB (1) en van de artikelen 14 en 26 van verordening 36/2012 (2) niet zijn vervuld, aangezien verzoekende partij nooit bewust en opzettelijk heeft deelgenomen aan activiteiten die tot doel hebben de Europese of internationale sancties te omzeilen.

    6.

    Zesde middel: misbruik van bevoegdheid, aangezien op basis van objectieve, relevante en onderling overeenstemmende aanwijzingen kan worden aangenomen dat de bestreden maatregelen zijn genomen met het overwegende doel andere dan de gestelde doeleinden te bereiken (uitsluiting van de markt — bevoordeling van andere spelers).

    7.

    Zevende middel: schending van de motiveringsplicht.


    (1)  Besluit 2013/255/GBVB van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 147, blz. 14).

    (2)  Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16, blz. 1).


    Top