EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0689

Zaak C-689/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) op 21 december 2015 — W. F. Gözze Frottierweberei GmbH en Wolfgang Gözze/Verein Bremer Baumwollbörse

PB C 118 van 4.4.2016, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.4.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 118/8


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) op 21 december 2015 — W. F. Gözze Frottierweberei GmbH en Wolfgang Gözze/Verein Bremer Baumwollbörse

(Zaak C-689/15)

(2016/C 118/09)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: W. F. Gözze Frottierweberei GmbH, Wolfgang Gözze

Verwerende partij: Verein Bremer Baumwollbörse

Prejudiciële vragen

1)

Kan bij het gebruik van een individueel merk als keurmerk sprake zijn van een gebruik als merk in de zin van de artikelen 9, lid 1, en 15, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (1) voor de waren waarvoor het wordt gebruikt?

2)

Bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag: moet een dergelijk merk overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a), juncto artikel 7, lid 1, onder g), nietig of met overeenkomstige toepassing van artikel 73, onder c), van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk vervallen worden verklaard wanneer de merkhouder niet door regelmatige kwaliteitscontroles bij zijn licentienemers waarborgt dat de kwaliteitsverwachtingen die het publiek aan dit teken verbindt, juist zijn?


(1)  PB L 78, blz. 1.


Top