EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CJ0183

Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 10 december 2015.
TSI GmbH tegen Hauptzollamt Aachen.
Verzoek van het Finanzgericht Düsseldorf om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Postonderverdeling 9027 10 10 – Aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeters – Draagbare deeltjestellers.
Zaak C-183/15.

Court reports – general

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2015:808

ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer)

10 december 2015 ( * )

„Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefindeling — Gecombineerde nomenclatuur — Onderverdeling 9027 10 10 — Aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeters — Draagbare deeltjestellers”

In zaak C‑183/15,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Finanzgericht Düsseldorf bij beslissing van 15 april 2015, ingekomen bij het Hof op 23 april 2015, in de procedure

TSI GmbH

tegen

Hauptzollamt Aachen,

wijst HET HOF (Zevende kamer),

samengesteld als volgt: C. Toader, kamerpresident, A. Prechal (rapporteur) en E. Jarašiūnas, rechters,

advocaat-generaal: M. Wathelet,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Wasmeier en A. Caeiros als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 (PB L 291, blz. 1; hierna: „GN”), in het bijzonder van onderverdeling 9027 10 10 ervan.

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen TSI GmbH (hierna: „TSI”) en het Hauptzollamt Aachen (hoofddouanekantoor van Aken) over de tariefindeling van aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeters en draagbare deeltjestellers.

Toepasselijke bepalingen

3

De bij verordening nr. 2658/87 ingestelde GN is gebaseerd op het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen van de Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WCO), dat is ingevoerd bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS”). Dit verdrag is, tezamen met het wijzigingsprotocol van 24 juni 1986, namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4

Het tweede deel van de GN, met het opschrift „Tabel der rechten”, bevat onder meer afdeling XVI, „Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”. Deze afdeling wordt onder meer voorafgegaan door aantekening 3, die als volgt luidt:

5

Genoemd tweede deel van de GN bevat voorts afdeling XVIII, „Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en ‑toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; uurwerken; muziekinstrumenten; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”, waartoe onder meer behoort hoofdstuk 90, „Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, ‑apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen”. Dit hoofdstuk wordt onder meer voorafgegaan door aantekening 3, die als volgt luidt:

6

Dit hoofdstuk wordt ook voorafgegaan door een aanvullende aantekening, die als volgt luidt:

„1.

Als ‚instrumenten, apparaten en toestellen, elektronisch’ in de zin van de onderverdelingen [...] 9027 10 10 [...], worden aangemerkt, de instrumenten, apparaten en toestellen die een of meer artikelen van post 8540, 8541 of 8542 bevatten, waarbij evenwel niet in aanmerking worden genomen de artikelen van post 8540, 8541 of 8542 die uitsluitend als gelijkrichter dienen of die alleen in het voedingsgedeelte van deze instrumenten, apparaten en toestellen aanwezig zijn.”

7

Post 9027 van de GN luidt als volgt:

8

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), tweede streepje, van verordening nr. 2658/87 stelt de Europese Commissie toelichtingen op de GN op, die zij regelmatig bekendmaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De op 30 mei 2008 bekendgemaakte toelichtingen (PB C 133, blz. 1), die ten tijde hier van belang van toepassing waren, vermelden ten aanzien van GN-onderverdeling 9027 10 10 het volgende:

„Tot deze onderverdeling behoren bijvoorbeeld laserluchtdeeltjestellers. Dit zijn elektronische apparaten waarmee in industriële installaties of in de medische sector bijvoorbeeld het stofgehalte in reeds gefilterde lucht wordt vastgesteld. De stofdeeltjes in een luchtmonster geven onder invloed van een laserstraal in de meetkamer een diffuus licht dat, na te zijn gefocusseerd door een lenzenstelsel, door een fotodiode wordt opgevangen en in een elektrisch signaal wordt omgezet. Het gehalte aan stofdeeltjes wordt bepaald aan de hand van voorgeprogrammeerde referentiegegevens en het meetresultaat wordt door het apparaat digitaal weergegeven of door een externe printer op band gedrukt. Dit resultaat kan in de vorm van een elektrisch signaal via een interface doorgegeven worden aan een automatische gegevensverwerkende machine.”

9

De WCO keurt, onder de voorwaarden als bepaald in artikel 8 van het GS-verdrag, de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die worden vastgesteld door het comité voor het GS. De toelichting op het GS bij post 90.27, welke post dezelfde formulering heeft als GN-post 9027, luidt als volgt:

„Van de onder deze post in te delen instrumenten, apparaten en toestellen kunnen worden genoemd:

[...]

8)

analysetoestellen voor gassen of rook, zijnde toestellen voor de analyse van brandbare gassen of verbrandingsproducten (afgassen) in cokesovens, gasgeneratoren, hoogovens, enz., waarmede onder meer het percentage koolzuur, koolmonoxide, zuurstof, waterstof, stikstof of koolwaterstoffen kan worden bepaald, zulks met het oog op een rationeel verloop van het fabricageproces.

Elektrische analysetoestellen voor gassen of voor rook worden hoofdzakelijk gebruikt voor het vaststellen en het meten van de inhoud van de volgende gassen: kooldioxide, koolmonoxide, zuurstof, waterstof, zwaveldioxide, ammoniak.

In sommige apparaten geschiedt zulks door volumetrische dosering van verbrande gassen of van gassen die door gasbindende chemicaliën zijn geabsorbeerd, onder meer in:

orsatapparaten, hoofdzakelijk bestaande uit een aspirator of aanzuigtoestel, één of meer absorptiebuizen en een meetbuis.

verbrandings- of explosie-apparaten, die bovendien zijn voorzien van een verbrandings- of explosiebuis (capillaire platinabuis, buis met platina- of palladiumdraad, met inductievonken enz.).

Bedoelde toestellen kunnen zijn gecombineerd.

[...]”

Hoofdgeding en prejudiciële vraag

10

Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat TSI op 10 augustus 2009 voor een draagbare deeltjesteller aangifte heeft gedaan voor het vrije verkeer. Het toestel bevindt zich in een behuizing die is voorzien van een beeldscherm, interfaces en uit elektrische en elektronische onderdelen bestaande bedieningselementen. Met het toestel kunnen door deeltjes veroorzaakte verontreinigingen worden bewaakt. Het toestel is uitgerust met een handvat, waardoor alle bedieningselementen met de duim kunnen worden bediend. Via het kleurenaanraakscherm kan het toestel worden ingesteld en gebruikt. De resultaten van de analyse van deeltjesmonsters kunnen op het beeldscherm worden weergegeven, worden gedownload of meteen worden afgedrukt. Het toestel is bedoeld voor het lokaliseren van verontreinigingsbronnen, het classificeren van ontsmette ruimten, het opsporen van filterlekkages of voor onderzoek.

11

Aangezien TSI de deeltjesteller in haar aangifte onder GN-onderverdeling 9027 50 00 had ingedeeld, heeft het douanekantoor geen betaling van douanerechten verlangd.

12

Op 25 november 2009 heeft TSI aangifte voor het vrije verkeer gedaan voor een aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeter (hierna: „deeltjesmeter”). Het toestel bevindt zich in een behuizing met een luchtinlaat. Het is voorzien van ledschermen, interfaces en uit elektrische en elektronische onderdelen bestaande bedieningselementen. Dit toestel is bedoeld voor de realtime meting van de aerodynamische diameter, de strooilichtintensiteit en de fluorescentie-intensiteit van individuele zwevende deeltjes. Voor het meten van de aerodynamische diameter en de strooilichtintensiteit van de deeltjes wordt een optisch systeem met twee vertices gebruikt. De fluorescentie-eigenschappen van individuele deeltjes worden met behulp van een aerodynamische ultraviolet-deeltjesspectrometer bepaald. De deeltjesmeter wordt gebruikt voor de controle van filters en luchtfilters, voor inhalatie-toxicologisch onderzoek, voor de bewaking van de luchtkwaliteit in binnenruimten en voor biologisch aerosolonderzoek.

13

Aangezien TSI het toestel in haar aangifte onder GN-onderverdeling 9027 30 00 had ingedeeld, heeft het douanekantoor geen betaling van douanerechten verlangd.

14

Naar aanleiding van een controle ter plaatse heeft het hoofddouanekantoor van Aken zich op het standpunt gesteld dat de draagbare deeltjesteller en de deeltjesmeter niet dienden te worden ingedeeld onder de door TSI in haar aangiften vermelde onderverdelingen, maar onder GN-onderverdeling 9027 10 10. Bijgevolg heeft het hoofddouanekantoor TSI twee navorderingsaanslagen ter zake van de douanerechten opgelegd.

15

Omdat buitengerechtelijke procedures vergeefs bleken, heeft TSI beroep ingesteld teneinde te bereiken dat de draagbare deeltjesteller wordt ingedeeld onder GN-onderverdeling 9027 50 00, en de deeltjesmeter onder GN-onderverdeling 9027 30 00. Volgens TSI kunnen deze apparaten niet onder GN-onderverdeling 9027 10 10 worden gerubriceerd. Met dergelijke toestellen kunnen geen gassen worden geanalyseerd. De apparaten zijn bedoeld noch geschikt voor het meten van rook of hete gassen. Zonder conditionering met behulp van andere apparaten zou het betrokken apparaat in geval van normaal gebruik bij rook en restgas worden vernield.

16

TSI betoogt verder dat het hoofddouanekantoor van Aken zijn opvatting inzake de indeling ook niet kan baseren op de toelichtingen op de GN bij GN-onderverdeling 9027 10 10. De daar omschreven laserluchtdeeltjesteller is niet te vergelijken met de draagbare deeltjesteller en de deeltjesmeter. De genoemde toelichtingen zijn ook niet verenigbaar met de bewoordingen van GN-onderverdeling 9027 10 10.

17

Verweerder in het hoofdgeding brengt naar voren dat de draagbare deeltjesteller en de deeltjesmeter moeten worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 9027 10 10. Dit vindt bevestiging in de aanvullende aantekening van hoofdstuk 90 van de GN, in punt 8 van de toelichtingen op het GS bij post 90.27, alsmede in de toelichtingen op de GN bij GN-onderverdeling 9027 10 10.

18

Het Finanzgericht Düsseldorf (financiële rechtbank te Düsseldorf) constateert dat de beslechting van het hem voorgelegde geschil afhangt de uitlegging die dient te worden gegeven aan GN-onderverdelingen 9027 10 10, 9027 30 00 en 9027 50 00.

19

Wat in het bijzonder GN-onderverdeling 9027 10 10 betreft, merkt de verwijzende rechter op dat tussen partijen vaststaat dat de draagbare deeltjesteller en de deeltjesmeter geen analysetoestellen voor gas zijn, en dat hij daar zelf ook niet aan twijfelt.

20

De verwijzende rechter vraagt zich evenwel af of de in het hoofdgeding aan de orde zijnde apparaten met het oog op hun tariefindeling moeten worden aangemerkt als analysetoestellen voor rook. In dit verband gaat hij ervan uit dat de aard van de met deze apparaten uit te voeren metingen afhangt van het betrokken meetobject. De te analyseren omgevingslucht (aerosol) kan deeltjes bevatten die hetzij bij verbrandingsprocessen hetzij bij mechanische processen zijn ontstaan. Het concrete gebruik van de meetapparaten is niet afhankelijk van de vorm en hoeveelheid van dergelijke in het aerosol aanwezige deeltjes. Zo kunnen zich in een aerosol deeltjes bevinden die zijn ontstaan bij verbrandingsprocessen of bij mechanische processen.

21

Tegen de achtergrond van deze constateringen en gelet op de gebruiksdoeleinden van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde apparaten rijst voor de verwijzende rechter de vraag hoe het begrip „rook” in de zin van GN-onderverdeling 9027 10 10 dient te worden uitgelegd. Onder verwijzing naar met name de toelichtingen op de GN bij die onderverdeling is de verwijzende rechter van mening dat het begrip „rook” een ruime betekenis kan hebben in die zin dat voor de vraag of van rook kan worden uitgegaan beslissend zou kunnen zijn of de deeltjes door verbranding of uitdoving zijn ontstaan, ook al heeft de verbranding of uitdoving niet noodzakelijkerwijs onmiddellijk vóór de analyse van de deeltjes plaatsgevonden.

22

Zou deze ruime uitlegging van het begrip „rook” in de zin van GN-onderverdeling 9027 10 10 worden aanvaard, dan rijst echter de vervolgvraag of ook nog van een analysetoestel voor rook kan worden gesproken ingeval het bewuste toestel niet enkel bij verbrandingsprocessen ontstane deeltjes meet, maar ook deeltjes die bij mechanische processen zijn ontstaan. Dit is bij de in het hoofdgeding aan de orde zijnde apparaten namelijk het geval. Bij deze apparaten kan ook niet worden gekwantificeerd in hoeverre de gebruiker in het concrete geval deeltjes meet die zijn ontstaan bij verbrandingsprocessen dan wel deeltjes die zijn ontstaan bij mechanische processen.

23

In deze omstandigheden heeft het Finanzgericht Düsseldorf de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag voorgelegd:

Beantwoording van de prejudiciële vraag

24

Er zij aan herinnerd dat volgens vaste rechtspraak in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen over het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken daarvan zijn omschreven (zie met name arrest Kyowa Hakko Europe, C‑344/14, EU:C:2015:615, punt 25en aldaar aangehaalde rechtspraak).

25

Voorts is het vaste rechtspraak dat de door de Commissie – voor de GN – en door de WCO – voor het GS – uitgewerkte toelichtingen belangrijke hulpmiddelen zijn bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, maar rechtens niet bindend zijn (zie met name arrest Kyowa Hakko Europe, C‑344/14, EU:C:2015:615, punt 26en aldaar aangehaalde rechtspraak).

26

Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde apparaten geen analysetoestellen voor gassen in de zin van GN-onderverdeling 9027 10 zijn. Ten aanzien van deze onderverdeling rijst in het kader van het hoofdgeding enkel de vraag of deze apparaten analysetoestellen voor rook in de zin van die onderverdeling, en bijgevolg elektronische analysetoestellen voor rook in de zin van GN-onderverdeling 9027 10 10, zijn.

27

Dienaangaande dient te worden opgemerkt dat in de bewoordingen van GN-onderverdeling 9027 10 specifiek en uitsluitend sprake is van „analysetoestellen [...] voor rook”.

28

De objectieve kenmerken en eigenschappen van de apparaten zoals beschreven in de verwijzingsbeslissing komen niet overeen met deze bewoordingen. Zoals uit deze beslissing blijkt, worden met die apparaten namelijk niet specifiek en uitsluitend deeltjes geanalyseerd die zijn ontstaan bij verbrandingsprocessen, die volgens de in het normale taalgebruik gangbare betekenis vallen onder het begrip „rook”. Met genoemde apparaten worden immers ook deeltjes geanalyseerd die niet onder dit begrip vallen, te weten deeltjes die zijn ontstaan bij mechanische processen.

29

Gelet op de bewoordingen van GN-onderverdeling 9027 10 dient dus te worden geoordeeld dat apparaten zoals die in het hoofdgeding niet onder deze onderverdeling vallen, en bijgevolg evenmin onder GN-onderverdeling 9027 10 10.

30

Zoals de Commissie terecht opmerkt, vindt deze uitlegging bevestiging in aantekening 3 van hoofdstuk 90 van de GN. Uit deze aantekening blijkt namelijk dat machines met twee of meer verschillende functies worden ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de hoofdfunctie van apparaten zoals die in het hoofdgeding er niet in bestaat rook te analyseren.

31

Aan deze uitlegging wordt verder niet afgedaan door de aanvullende aantekening van hoofdstuk 90 van de GN, punt 8 van de toelichtingen op het GS bij post 90.27 of de toelichtingen bij GN-onderverdeling 9027 10 10, die de verwijzende rechter in zijn beslissing noemt.

32

Wat betreft de aanvullende aantekening van hoofdstuk 90 van de GN en punt 8 van de toelichtingen op het GS bij post 90.27, volstaat het om te constateren dat de bewoordingen ervan geen uitlegging van GN-onderverdelingen 9027 10 en 9027 10 10 kunnen schragen die afwijkt van die in de punten 28 en 29 van dit arrest.

33

Wat betreft de toelichtingen bij GN-onderverdeling 9027 10 10 dient te worden geconstateerd dat deze toelichtingen niet zien op GN-onderverdeling 9027 10, maar op eerstgenoemde onderverdeling. Zoals de Commissie op goede gronden heeft opgemerkt, dient derhalve te worden geoordeeld dat die toelichtingen ertoe strekken het begrip „elektronisch” in de zin van GN-onderverdeling 9027 10 10 uit te leggen, en niet zozeer de woorden „analysetoestellen [...] voor rook” in de zin van GN-onderverdeling 9027 10.

34

Zoals voorts blijkt uit de in punt 25 van dit arrest genoemde rechtspraak, kunnen de toelichtingen bij GN-onderverdeling 9027 10 10 er in ieder geval niet toe leiden dat aan deze onderverdeling een uitlegging wordt gegeven die onverenigbaar is met de bewoordingen ervan.

35

Bijgevolg dient op de gestelde vraag te worden geantwoord dat de GN aldus dient te worden uitgelegd dat aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeters en draagbare deeltjestellers zoals aan de orde in het hoofdgeding niet vallen onder GN-onderverdeling 9027 10 10.

Kosten

36

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Zevende kamer) verklaart voor recht:

 

De gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008, dient aldus te worden uitgelegd dat aerodynamische ultraviolet-deeltjesmeters en draagbare deeltjestellers zoals aan de orde in het hoofdgeding niet vallen onder onderverdeling 9027 10 10 ervan.

 

ondertekeningen


( * )   Procestaal: Duits.

Top