Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CB0473

    Zaak C-473/15: Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 6 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bezirksgericht Linz — Oostenrijk) — Peter Schotthöfer & Florian Steiner GbR/Eugen Adelsmayr (Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Uitlevering van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie aan een derde land waar hij dreigt te worden onderworpen aan de doodstraf — Burgerschap van de Unie — Artikelen 18 en 21 VWEU — Artikel 19, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Bescherming tegen uitlevering)

    PB C 374 van 6.11.2017, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.11.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 374/11


    Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 6 september 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bezirksgericht Linz — Oostenrijk) — Peter Schotthöfer & Florian Steiner GbR/Eugen Adelsmayr

    (Zaak C-473/15) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Uitlevering van een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie aan een derde land waar hij dreigt te worden onderworpen aan de doodstraf - Burgerschap van de Unie - Artikelen 18 en 21 VWEU - Artikel 19, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Bescherming tegen uitlevering))

    (2017/C 374/14)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bezirksgericht Linz

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Peter Schotthöfer & Florian Steiner GbR

    Verwerende partij: Eugen Adelsmayr

    Dictum

    Artikel 19, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moet aldus worden uitgelegd dat een verzoek van een derde land om uitlevering van een Unieburger die zijn vrijheid van verkeer uitoefent en zijn lidstaat van herkomst verlaat teneinde op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven, door laatstgenoemde lidstaat moet worden afgewezen wanneer deze burger ernstig gevaar loopt in het geval van uitlevering aan de doodstraf te worden onderworpen.


    (1)  PB C 406 van 7.12.2015.


    Top