EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0131
Case T-131/14 P: Appeal brought on 21 February 2014 by Catherine Teughels against the judgment of the Civil Service Tribunal of 11 December 2013 in Case F-117/11 Teughels v Commission
Zaak T-131/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 21 februari 2014 door Catherine Teughels tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 december 2013 in zaak F-117/11, Teughels/Commissie
Zaak T-131/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 21 februari 2014 door Catherine Teughels tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 december 2013 in zaak F-117/11, Teughels/Commissie
PB C 159 van 26.5.2014, p. 29–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 159/29 |
Hogere voorziening ingesteld op 21 februari 2014 door Catherine Teughels tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 11 december 2013 in zaak F-117/11, Teughels/Commissie
(Zaak T-131/14 P)
2014/C 159/39
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirerende partij: Catherine Teughels (Eppegem, België) (vertegenwoordiger: L. Vogel, advocaat)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie
Conclusies
De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:
— |
volledig te vernietigen, het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Voltallige zitting) van 11 december 2013, waarvan is kennisgegeven bij fax van 11 december 2013 en waarbij het door rekwirante op 8 november 2011 ingestelde beroep is verworpen; |
— |
het door rekwirante bij het Gerecht voor ambtenarenzaken ingestelde beroep ten gronde gegrond te verklaren en de betwiste besluiten derhalve nietig te verklaren; |
— |
de verwerende partij krachtens artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering te verwijzen in de kosten, daaronder begrepen die welke noodzakelijk zijn geweest in verband met de procedure en met name de reis- en verblijfkosten en het honorarium van de raadsman krachtens artikel 91, sub b, van het Reglement voor de procesvoering. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij twee middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en van artikel 26, leden 1 en 4, van bijlage XIII bij het Statuut, schending van verworven rechten en van de beginselen van rechtszekerheid en non-retroactiviteit alsmede ontoereikende motivering. Rekwirante betoogt het volgende:
|
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van de beginselen van rechtszekerheid en „patere legem quam ipse fecisti”, schending van verworven rechten, ontoereikende motivering en een inbreuk op het gezag en de bindende kracht van elke individuele administratieve handeling, meer in het bijzonder van het besluit dat op 29 juni 2010 ten aanzien van rekwirante is genomen. Rekwirante betoogt:
|