EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0331

Zaak T-331/14: Arrest van het Gerecht van 28 januari 2016 — Azarov/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne — Bevriezing van tegoeden — Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren — Opname van verzoekers naam op die lijst — Bewijs van de gegrondheid van de opname op de lijst”)

PB C 98 van 14.3.2016, p. 34–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 98/34


Arrest van het Gerecht van 28 januari 2016 — Azarov/Raad

(Zaak T-331/14) (1)

((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Oekraïne - Bevriezing van tegoeden - Lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen zijn bevroren - Opname van verzoekers naam op die lijst - Bewijs van de gegrondheid van de opname op de lijst”))

(2016/C 098/45)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Mykola Yanovych Azarov (Kiev, Oekraïne) (vertegenwoordigers: G. Lansky en A. Egger, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J.-P. Hix en F. Naert, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde) en Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Bartelt, D. Gauci en T. Scharf, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, ten eerste, besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 66, blz. 26) en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 66, blz. 1) en, ten tweede, besluit (GBVB) 2015/143 van de Raad van 29 januari 2015 tot wijziging van besluit 2014/119 (PB L 24, blz. 16) en verordening (EU) 2015/138 van de Raad van 29 januari 2015 tot wijziging van verordening nr. 208/2014 (PB L 24, blz. 1), voor zover zij verzoeker betreffen

Dictum

1)

Besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, worden nietig verklaard voor zover zij betrekking hebben op Mykola Yanovych Azarov.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van Azarov, wat het in het verzoekschrift geformuleerde verzoek tot nietigverklaring betreft.

4)

Azarov wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van de Raad, wat het in de memorie tot aanpassing van de conclusies geformuleerde verzoek tot nietigverklaring betreft.

5)

De Republiek Polen en de Europese Commissie zullen hun eigen kosten dragen.


(1)  PB C 223 van 14.7.2014.


Top