Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0606

    Zaak C-606/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 december 2014 door Portovesme Srl tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 oktober 2014 in zaak T-291/11, Portovesme/Commissie

    PB C 89 van 16.3.2015, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.3.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 89/9


    Hogere voorziening ingesteld op 23 december 2014 door Portovesme Srl tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 oktober 2014 in zaak T-291/11, Portovesme/Commissie

    (Zaak C-606/14 P)

    (2015/C 089/10)

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Rekwirante: Portovesme Srl (vertegenwoordigers: G. Dore, M. Liberati, A. Vinci, F. Ciulli, advocaten)

    Andere partij in de procedure: Europese Commissie

    Conclusies

    vernietiging van het bestreden arrest en dientengevolge nietigverklaring van het litigieuze besluit en toewijzing van de in eerste aanleg geformuleerde vorderingen (zonder de zinsnede „dan wel voor zover het Gerecht passend oordeelt” in punt 1 van de conclusies);

    subsidiair, toewijzing van de onderhavige hogere voorziening en terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht voor een nieuwe beoordeling van het beroep in eerste aanleg onder inachtneming van de uitspraak in deze instantie;

    verwijzing van de Commissie in de kosten van beide instanties.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante zeven gronden voor de vernietiging van het bestreden arrest aan.

    1.

    Met haar eerste middel klaagt rekwirante dat het bestreden arrest het beginsel van de redelijke termijn van de administratieve procedure en het vertrouwensbeginsel onjuist beoordeelt met betrekking tot het deel van het litigieuze besluit waarin de toegekende steun wordt teruggevorderd.

    2.

    Met haar tweede middel stelt rekwirante dat het bestreden arrest onrechtmatig is en moet worden vernietigd wegens ontoereikende motivering van het Gerecht in het onderdeel waarin het tot de slotsom is gekomen dat het litigieuze besluit het zorgvuldigheidsbeginsel en het beginsel van onpartijdigheid van het bestuurlijk handelen niet schendt.

    3.

    Met haar derde middel klaagt rekwirante over schending door het Gerecht van artikel 19 VEU in de punten van het bestreden arrest waarin het een eigen uitlegging heeft gegeven aan de nationale regelgeving die in strijd is met de bewoordingen ervan, waarbij het kennelijk zijn bevoegdheden heeft overschreden.

    4.

    Met haar vierde middel stelt rekwirante dat het Gerecht de verweten ongelijke behandeling van rekwirante en een andere marktdeelnemer (Alcoa-Alumix) in verband met een analoge steunmaatregel onjuist heeft beoordeeld, en dat artikel 108 VWEU is geschonden omdat de steun als „bestaande steun” moest worden onderzocht.

    5.

    Met haar vijfde middel klaagt rekwirante over schending van artikel 107, lid 1, VWEU, aangezien de litigieuze maatregel, anders dan het Gerecht oordeelde, geen ongerechtvaardigd voordeel vormt, noch het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

    6.

    Met haar zesde middel klaagt rekwirante over de ontbrekende/ontoereikende/onjuiste beoordeling door het Gerecht van het middel betreffende de selectieve aard van de maatregel.

    7.

    Met haar zevende middel verwijt rekwirante het Gerecht schending van artikel 174 VWEU en artikel 107, lid 3, VWEU, en lid 1, VWEU, aangezien de compenserende maatregel strookt met zowel het socialecohesiebeleid voor de eilandregio’s en regio’s zonder infrastructuur als de derogaties in het aangehaalde artikel 107 VWEU.


    Top