Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0234

Zaak C-234/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Republiek Letland) op 12 mei 2014 — SIA „Ostas celtnieks” /Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs

PB C 212 van 7.7.2014, p. 21–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 212/21


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Republiek Letland) op 12 mei 2014 — SIA „Ostas celtnieks”/Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs

(Zaak C-234/14)

2014/C 212/24

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij en verweerster in cassatie: SIA „Ostas celtnieks”

Verwerende partijen en verzoekers tot cassatie: Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs

Prejudiciële vraag

Moet richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (1) aldus worden uitgelegd dat zij zich er niet tegen verzet dat, ter beperking van het risico dat de opdracht niet wordt uitgevoerd, in het bestek wordt voorgeschreven dat bij gunning van de opdracht aan een inschrijver die zich beroept op de draagkracht en bekwaamheid van andere ondernemingen, de inschrijver vóór de gunning van de opdracht met die ondernemingen een samenwerkingsovereenkomst moet afsluiten (die de in het bestek aangegeven specifieke punten omvat), dan wel met hen een gezamenlijke vennootschap moet oprichten?


(1)  PB L 134, blz. 114.


Top