Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0234

Zaak C-234/14: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 januari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — „Ostas celtnieks” SIA/Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs (Prejudiciële verwijzing — Overheidsopdrachten — Richtlijn 2004/18/EG — Economische en financiële draagkracht — Technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid — Artikelen 47, lid 2, en 48, lid 3 — Bestek dat de verplichting bevat voor een inschrijver om een samenwerkingsovereenkomst te sluiten dan wel een personenvennootschap op te richten met de entiteiten op wier draagkracht of bekwaamheden hij zich beroept)

PB C 98 van 14.3.2016, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 98/6


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 januari 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa — Letland) — „Ostas celtnieks” SIA/Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs

(Zaak C-234/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2004/18/EG - Economische en financiële draagkracht - Technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid - Artikelen 47, lid 2, en 48, lid 3 - Bestek dat de verplichting bevat voor een inschrijver om een samenwerkingsovereenkomst te sluiten dan wel een personenvennootschap op te richten met de entiteiten op wier draagkracht of bekwaamheden hij zich beroept))

(2016/C 098/06)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij:„Ostas celtnieks” SIA

Verwerende partijen: Talsu novada pašvaldība en Iepirkumu uzraudzības birojs

Dictum

De artikelen 47, lid 2, en 48, lid 3, van richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een aanbestedende dienst een inschrijver die zich beroept op de draagkracht of de bekwaamheden van andere entiteiten, er middels het aanbestedingsbestek toe kan verplichten vóór de gunning van de opdracht met die entiteiten een samenwerkingsovereenkomst te sluiten dan wel een personenvennootschap op te richten.


(1)  PB C 212 van 7.7.2014.


Top