Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0596

    Zaak C-596/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 21 november 2013 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 6 september 2013 in zaak T-465/11, Globula/Europese Commissie

    PB C 61 van 1.3.2014, p. 2–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.3.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 61/2


    Hogere voorziening ingesteld op 21 november 2013 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 6 september 2013 in zaak T-465/11, Globula/Europese Commissie

    (Zaak C-596/13 P)

    2014/C 61/03

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Herrmann en L. Armati, gemachtigden)

    Andere partijen in de procedure: Globula a.s., Tsjechische Republiek

    Conclusies

    Rekwirante verzoekt het Hof:

    het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 6 september 2013, Globula/Europese Commissie (T-465/11), dat aan de Commissie is betekend op 11 september 2013, te vernietigen;

    het eerste middel dat in eerste aanleg is aangevoerd ongegrond te verklaren en de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht voor een onderzoek van het tweede en het derde in eerste aanleg aangevoerde middel; en

    de beslissing over de kosten in eerste aanleg en in hogere voorziening aan te houden.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De Commissie betoogt dat het bestreden arrest om de hiernavolgende redenen dient te worden vernietigd.

     

    Ten eerste heeft het Gerecht volgens haar de artikelen 288 en 297, lid 1, VWEU geschonden, door te oordelen dat op het onderhavige geval de regels van de tweede gasrichtlijn (1) van toepassing zijn. Deze eerste reeks argumenten van de Commissie betreft de vraag of het Gerecht terecht (impliciet) heeft geoordeeld dat de Commissie de derde gasrichtlijn (2) met terugwerkende kracht heeft toegepast.

     

    Ten tweede betoogt de Commissie dat het Gerecht de feiten juridisch onjuist heeft beoordeeld en het juridische criterium dat het zelf had geformuleerd, onjuist heeft toegepast. Gesteld al dat het Gerecht terecht heeft geoordeeld dat de materiële regels van de derde gasrichtlijn met terugwerkende kracht zijn toegepast (wat niet het geval is), dan zal de vraag of de regels van artikel 36 van de derde gasrichtlijn één onlosmakelijk geheel vormen vanuit het oogpunt van het ogenblik waarop zij effect sorteren, worden onderzocht teneinde uit te maken of het Gerecht ook terecht heeft geoordeeld dat het eveneens verboden was om de procedureregels van die richtlijn met terugwerkende kracht toe te passen.

     

    De Commissie voert aan dat zij, door het aangemelde ontheffingsbesluit in kwestie op basis van de materiële en procedureregels van de derde gasrichtlijn te beoordelen, deze richtlijn niet met terugwerkende kracht heeft toegepast, maar dat die beoordeling strookt met het beginsel van onmiddellijke toepassing, op grond waarvan een bepaling van Unierecht vanaf het tijdstip waarop zij in werking treedt van toepassing is op de toekomstige gevolgen van een onder de oude regeling ontstane situatie.


    (1)  Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van richtlijn 98/30/EG (PB L 176, blz. 57).

    (2)  Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van richtlijn 2003/55/EG (PB L 211, blz. 94).


    Top