This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0270
Case C-270/13: Request for a preliminary ruling from the Consiglio di Stato (Italy) lodged on 17 May 2013 — Iraklis Haralambidis v Calogero Casilli
Zaak C-270/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 17 mei 2013 — Iraklis Haralambidis/Calogero Casilli
Zaak C-270/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 17 mei 2013 — Iraklis Haralambidis/Calogero Casilli
PB C 207 van 20.7.2013, p. 30–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 207 van 20.7.2013, p. 8–8
(HR)
20.7.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 207/30 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 17 mei 2013 — Iraklis Haralambidis/Calogero Casilli
(Zaak C-270/13)
2013/C 207/51
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Consiglio di Stato
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Iraklis Haralambidis
Verwerende partij: Calogero Casilli
Prejudiciële vragen
1. |
Levert het beding waarin de functie van voorzitter van een havenautoriteit is voorbehouden aan Italiaanse staatsburgers discriminatie op grond van nationaliteit krachtens artikel 45 VWEU op, nu de uitzonderingsbepaling van artikel 45, lid 4, VWEU niet relevant lijkt voor het onderhavige geval [– benoeming van een staatsburger van een andere lidstaat van de Europese Unie tot voorzitter van een havenautoriteit, een rechtspersoon die kan worden gekwalificeerd als publiekrechtelijke instelling –] omdat deze bepaling ziet op […] betrekkingen in overheidsdienst (in het onderhavige geval […] niet van toepassing) en de vertrouwensfunctie van voorzitter van een havenautoriteit — niettemin — kan worden opgevat als „werkzaamheden” in ruime zin […]? |
2. |
Kan het vervullen van de functie van voorzitter van een Italiaanse havenautoriteit door een staatsburger van een andere lidstaat van de Europese Unie — anderszins — onder het recht van vestiging van artikel 49 e.v. VWEU worden gebracht en levert het verbod naar nationaal recht om deze functie te vervullen voor een persoon die geen Italiaans staatsburger is, een geval van discriminatie op grond van nationaliteit op, of is deze omstandigheid uitgesloten van het voornoemde artikel 51 VWEU? |
3. |
Kan het vervullen van de functie van voorzitter van een Italiaanse havenautoriteit door een staatsburger van een andere lidstaat van de Europese Unie — subsidiair — worden gekwalificeerd als verrichten van een „dienst” in de zin van richtlijn 2006/123/EG (1), is de uitsluiting van havendiensten van de werkingssfeer van de richtlijn in casu van belang en — indien dat niet het geval is — levert het verbod naar nationaal recht om deze functie te vervullen discriminatie op grond van nationaliteit op? |
4. |
Meer subsidiair: kan het vervullen van de functie van voorzitter van een Italiaanse havenautoriteit door een staatsburger van een andere lidstaat van de Europese Unie, mocht dat niet onder de hierboven genoemde rechtsfiguren vallen, in de zin van artikel 15 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in algemenere zin worden opgevat als een voorrecht dat deel uitmaakt van het recht van de gemeenschapsburger om „te werken, zich te vestigen of diensten te verrichten in iedere lidstaat”, ook ongeacht de bijzondere „sector”bepalingen in de artikelen 45 en 49 e.v. VWEU, alsook in richtlijn 2006/123/EG betreffende diensten op de interne markt, en is het verbod naar nationaal recht om deze functie te vervullen in strijd met het eveneens algemene verbod van discriminatie op grond van nationaliteit van artikel 21, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie? |
(1) Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376, blz. 36).