EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0081

Zaak C-81/13: Beroep ingesteld op 15 februari 2013 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

PB C 114 van 20.4.2013, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/26


Beroep ingesteld op 15 februari 2013 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-81/13)

2013/C 114/41

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: C. Murrell, gemachtigde, A. Dashwood, QC)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies:

Verzoekende partij verzoekt het Hof:

besluit 2012/776/EU van de Raad betreffende het standpunt met betrekking tot vaststelling van de bepalingen voor de coördinatie van socialezekerheidsstelsels dat namens de Europese Unie zal worden ingenomen in de Associatieraad die is opgericht bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (1), nietig te verklaren;

de Raad te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

Met zijn krachtens artikel 263 VWEU ingesteld beroep verzoekt het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland om nietigverklaring krachtens artikel 264 VWEU van besluit 2012/776/EU van de Raad van 6 december 2012 betreffende het standpunt met betrekking tot vaststelling van de bepalingen voor de coördinatie van socialezekerheidsstelsels dat namens de Unie zal worden ingenomen in de Associatieraad die is opgericht bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije.

2)

Het Verenigd Koninkrijk verzoekt het Hof:

i)

het besluit nietig te verklaren;

ii)

de Raad te verwijzen in de kosten van de procedure.

3)

In het besluit wordt artikel 48 VWEU als materiële rechtsgrondslag vermeld.

4)

Bij het ontwerpbesluit van de Associatieraad in de bijlage bij het besluit van de Raad zou besluit nr. 3/80 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen van de lidstaten der Europese Gemeenschappen op Turkse werknemers en hun gezinsleden worden ingetrokken en vervangen.

5)

Het Verenigd Koninkrijk betoogt dat artikel 48 VWEU niet de materiële rechtsgrondslag kan vormen voor een maatregel die dergelijke gevolgen beoogt. Die bepaling strekt er immers toe het vrije verkeer van onderdanen van lidstaten binnen de interne markt te bevorderen. De juiste rechtsgrondslag is artikel 79, lid 2, sub b, VWEU, dat de bevoegdheid verleent maatregelen vast te stellen op het gebied van „de omschrijving van de rechten van onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven, alsook de voorwaarden ter regeling van het vrije verkeer en het vrije verblijf in andere lidstaten”. Het besluit van de Raad is een maatregel in die zin.

6)

Artikel 79, lid 2, sub b, VWEU maakt deel uit van deel III, titel V, VWEU. Krachtens Protocol nr. 21 bij de Verdragen zijn de overeenkomstig titel V vastgestelde maatregelen niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk (of Ierland) tenzij het te kennen geeft dat het „eraan wenst deel te nemen”. Door ten onrechte artikel 48 VWEU in plaats van artikel 79, lid 2, sub b, VWEU te kiezen als materiële rechtsgrondslag voor het besluit, heeft de Raad het recht van het Verenigd Koninkrijk om niet deel te nemen aan de vaststelling van het besluit en er niet door gebonden te zijn, niet geëerbiedigd.

7)

Derhalve wordt om nietigverklaring van besluit 2012/776/EU van de Raad verzocht op grond dat het op een onjuiste rechtsgrondslag is gebaseerd, waardoor de rechten van het Verenigd Koninkrijk krachtens Protocol nr. 21 zijn geschonden.

8)

Tot staving van zijn betoog verwijst het Verenigd Koninkrijk naar de tekst van artikel 48 en artikel 79, lid 2, sub b, VWEU, zoals uitgelegd in de context van het Verdrag en in de rechtspraak. Voorts stelt het dat besluit 2012/776/EU van de Raad bijna identiek is aan negen besluiten van de Raad die krachtens andere Associatieverdragen zijn vastgesteld op basis van artikel 79, lid 2, sub b.


(1)  PB L 340, blz. 19.


Top