This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0028
Case C-28/13 P: Appeal brought on 18 January 2013 by Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP against the judgment of the General Court (Seventh Chamber) delivered on 29 November 2012 in Case T-590/10: Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP v European Central Bank
Zaak C-28/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 18 januari 2013 door Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 29 november 2012 in zaak T-590/10, Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP/Europese Centrale Bank
Zaak C-28/13 P: Hogere voorziening ingesteld op 18 januari 2013 door Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 29 november 2012 in zaak T-590/10, Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP/Europese Centrale Bank
PB C 101 van 6.4.2013, p. 9–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 101/9 |
Hogere voorziening ingesteld op 18 januari 2013 door Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 29 november 2012 in zaak T-590/10, Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP/Europese Centrale Bank
(Zaak C-28/13 P)
2013/C 101/21
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwiranten: Gabi Thesing, Bloomberg Finance LP (vertegenwoordigers: M. Stephens, R. Lands, Solicitors)
Andere partij in de procedure: Europese Centrale Bank
Conclusies
— |
Vernietiging van het arrest van het Gerecht van 29 november 2012 in zaak T-590/10 op grond dat de beslissing van het Gerecht op een onjuiste rechtsopvatting berust. |
— |
Nietigverklaring van het bij brieven van 17 september 2010 en 21 oktober 2010 meegedeelde besluit van de Europese Centrale Bank („ECB”) om geen toegang te verlenen tot de documenten waartoe verzoekers toegang hadden gevraagd krachtens het besluit van de ECB van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3). (1) Dat besluit moet worden nietigverklaard op de volgende gronden:
|
— |
Vernietiging van het arrest van het Gerecht voorzover rekwiranten zijn veroordeeld in de kosten van de ECB. Deze beslissing van het Gerecht berust op een onjuiste rechtsopvatting. |
— |
Subsidiair, de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe beslissing overeenkomstig de uitspraak van het Hof over de rechtsvragen in deze hogere voorziening. |
Middelen en voornaamste argumenten
Volgens rekwiranten berust de beslissing van het Gerecht op een onjuiste rechtsopvatting:
— |
doordat een onjuiste uitlegging is gegeven aan artikel 4, lid 1, sub a, van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 (ECB/2004/3), dat voorziet in een uitzondering op het algemene recht van toegang ingevolge artikel 2 van dat besluit; |
— |
door het oordeel dat de ECB op goede gronden kon constateren dat de door rekwiranten gevraagde toegang tot documenten het economisch beleid van de EU en Griekenland zou hebben ondermijnd; |
— |
door artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens onjuist op te vatten; |
— |
door de argumenten van rekwiranten aangaande artikel 4, lid 2, en artikel 4, lid 3, van het besluit van de ECB niet in de beschouwing te betrekken; |
— |
door tot een onjuiste beslissing omtrent te kosten te komen. |
(1) PB L 80, blz. 42.