EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0677

Zaak C-677/13: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 11 december 2014 — Europese Commissie/Helleense Republiek [Niet-nakoming — Milieu — Richtlijn 1999/31/EG — Artikelen 6, onder a), 8, 9, onder a)-c), 11, lid 1, en 12 — Richtlijn 2008/98/EG — Artikelen 13, 23 en 36, lid 1 — Afvalbeheer — Afvalstortplaats — Ontbreken van een geldige stortvergunning — Misstanden bij de exploitatie van de stortplaats]

PB C 46 van 9.2.2015, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 46/15


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 11 december 2014 — Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-677/13) (1)

([Niet-nakoming - Milieu - Richtlijn 1999/31/EG - Artikelen 6, onder a), 8, 9, onder a)-c), 11, lid 1, en 12 - Richtlijn 2008/98/EG - Artikelen 13, 23 en 36, lid 1 - Afvalbeheer - Afvalstortplaats - Ontbreken van een geldige stortvergunning - Misstanden bij de exploitatie van de stortplaats])

(2015/C 046/20)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Patakia en E. Sanfrutos Cano, gemachtigden)

Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordiger: E. Skandalou, gemachtigde)

Dictum

1)

Wat de afvalstortplaats van Kiato betreft:

door niet de maatregelen te nemen die nodig zijn om het afval op de betrokken stortplaats zonder gevaar voor de menselijke gezondheid of milieuschade te beheren, en om het achterlaten, storten of onbeheerd laten van afval op de desbetreffende stortplaats te verbieden, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 13 en 36, lid 1, van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;

door deze stortplaats te laten werken zonder geldige stortvergunning, verleend met inachtneming van de voorwaarden voor afgifte en inhoud ervan, en, bijgevolg, zonder dat de houder van het afval of de exploitant van de stortplaats vóór of bij de levering kan aantonen dat het betrokken afval op de stortplaats kan worden aanvaard overeenkomstig de vergunningsvoorwaarden, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 8, 9, onder a)-c), en 11, lid 1, onder a), van richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, alsmede krachtens artikel 23 van richtlijn 2008/98, en

door er niet voor te zorgen dat tijdens de fase van exploitatie van een stortplaats de exploitant het in bijlage III bij de richtlijn gespecificeerde toezicht- en controleprogramma uitvoert, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 12, onder a, van deze richtlijn.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 52 van 22.2.2014.


Top