Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0649

    Zaak C-649/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal de commerce de Versailles — Frankrijk) — Comité d’entreprise de Nortel Networks SA e.a./Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA en Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA/Alan Robert Bloom e.a. [Prejudiciële verwijzing — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikelen 2, onder g), 3, lid 2, en 27 — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Hoofdinsolventieprocedure — Secundaire insolventieprocedure — Bevoegdheidsconflict — Exclusieve of gedeelde bevoegdheid — Bepaling van het toepasselijke recht — Vaststelling van de goederen van de schuldenaar die onder de secundaire insolventieprocedure vallen — Lokalisatie van die goederen — Goederen die zich in een derde staat bevinden]

    PB C 270 van 17.8.2015, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20150731025616762015/C 270/046492013CJC27020150817NL01NLINFO_JUDICIAL201506114411

    Zaak C-649/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal de commerce de Versailles — Frankrijk) — Comité d’entreprise de Nortel Networks SA e.a./Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA en Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA/Alan Robert Bloom e.a. [Prejudiciële verwijzing — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikelen 2, onder g), 3, lid 2, en 27 — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Hoofdinsolventieprocedure — Secundaire insolventieprocedure — Bevoegdheidsconflict — Exclusieve of gedeelde bevoegdheid — Bepaling van het toepasselijke recht — Vaststelling van de goederen van de schuldenaar die onder de secundaire insolventieprocedure vallen — Lokalisatie van die goederen — Goederen die zich in een derde staat bevinden]

    Top

    C2702015NL410120150611NL00044141

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 11 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal de commerce de Versailles — Frankrijk) — Comité d’entreprise de Nortel Networks SA e.a./Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA en Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA/Alan Robert Bloom e.a.

    (Zaak C-649/13) ( 1 )

    „[Prejudiciële verwijzing — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikelen 2, onder g), 3, lid 2, en 27 — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Hoofdinsolventieprocedure — Secundaire insolventieprocedure — Bevoegdheidsconflict — Exclusieve of gedeelde bevoegdheid — Bepaling van het toepasselijke recht — Vaststelling van de goederen van de schuldenaar die onder de secundaire insolventieprocedure vallen — Lokalisatie van die goederen — Goederen die zich in een derde staat bevinden]”

    2015/C 270/04Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Tribunal de commerce de Versailles

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Comité d’entreprise de Nortel Networks SA e.a., Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA

    Verwerende partijen: Cosme Rogeau, in zijn hoedanigheid van curator van de secundaire insolventieprocedure van Nortel Networks SA, Alan Robert Bloom, Alan Michael Hudson, Stephen John Harris, Christopher John Wilkinson Hill

    Dictum

    De artikelen 3, lid 2, en 27 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures moeten aldus worden uitgelegd dat de rechters van de lidstaat waar een secundaire insolventieprocedure is geopend, samen met de rechters van de lidstaat waar de hoofdprocedure is geopend, bevoegd zijn om vast te stellen ten aanzien van welke goederen van de schuldenaar de gevolgen van die secundaire procedure gelden.

    Overeenkomstig artikel 2, onder g), van verordening nr. 1346/2000 moet worden vastgesteld ten aanzien van welke goederen van de schuldenaar de gevolgen van een secundaire insolventieprocedure gelden.


    ( 1 ) PB C 39 van 8.2.2014.

    Top