EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0519

Zaak C-519/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 september 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Anotato Dikastririo Kyprou — Cyprus) — Alpha Bank Cyprus Ltd/Dau Si Senh e.a. [Justitiële samenwerking in burgerlijke of in handelszaken — Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken — Verordening (EG) nr. 1393/2007 — Artikel 8 — Weigering van ontvangst van een stuk — Geen vertaling van een van de verzonden documenten — Ontbreken van het in bijlage II bij die verordening opgenomen modelformulier — Gevolgen]

PB C 371 van 9.11.2015, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 371/3


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 september 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Anotato Dikastririo Kyprou — Cyprus) — Alpha Bank Cyprus Ltd/Dau Si Senh e.a.

(Zaak C-519/13) (1)

([Justitiële samenwerking in burgerlijke of in handelszaken - Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken - Verordening (EG) nr. 1393/2007 - Artikel 8 - Weigering van ontvangst van een stuk - Geen vertaling van een van de verzonden documenten - Ontbreken van het in bijlage II bij die verordening opgenomen modelformulier - Gevolgen])

(2015/C 371/04)

Procestaal: Grieks

Verwijzende rechter

Anotato Dikastririo Kyprou

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Alpha Bank Cyprus Ltd

Verwerende partijen: Dau Si Senh, Alpha Panareti Public Ltd, Susan Towson, Stewart Cresswell, Gillian Cresswell, Julie Gaskell, Peter Gaskell, Richard Wernham, Tracy Wernham, Joanne Zorani, Richard Simpson

Dictum

Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad moet aldus worden uitgelegd:

dat de ontvangende instantie verplicht is om, in alle omstandigheden en zonder dat zij daarbij over enige beoordelingsmarge beschikt, degene voor wie een stuk is bestemd, mee te delen dat hij het recht heeft te weigeren dat stuk in ontvangst te nemen, waarbij zij stelselmatig moet gebruikmaken van het in bijlage II bij die verordening opgenomen modelformulier,

en dat het feit dat die instantie bij de betekening of kennisgeving van een stuk aan degene voor wie het is bestemd, heeft nagelaten bij dat stuk het in bijlage II bij verordening nr. 1393/2007 opgenomen modelformulier te voegen, geen grond vormt om de procedure nietig te verklaren, doch een verzuim is dat moet worden hersteld overeenkomstig de bepalingen van die verordening.


(1)  PB C 377 van 21.12.2013.


Top