Vælg de eksperimentelle funktioner, som du ønsker at prøve

Dette dokument er et uddrag fra EUR-Lex

Dokument 62013CA0413

Zaak C-413/13: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 4 december 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Gerechtshof te ’s-Gravenhage — Nederland) — FNV Kunsten Informatie en Media/Staat der Nederlanden (Prejudiciële verwijzing — Mededinging — Artikel 101 VWEU — Materiële werkingssfeer — Collectieve arbeidsovereenkomst — Bepaling die minimumtarieven voor zelfstandigen vastlegt — Begrip „onderneming”  — Begrip „werknemer” )

PB C 46 van 9.2.2015, s. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 46/11


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 4 december 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Gerechtshof te ’s-Gravenhage — Nederland) — FNV Kunsten Informatie en Media/Staat der Nederlanden

(Zaak C-413/13) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Mededinging - Artikel 101 VWEU - Materiële werkingssfeer - Collectieve arbeidsovereenkomst - Bepaling die minimumtarieven voor zelfstandigen vastlegt - Begrip „onderneming” - Begrip „werknemer”))

(2015/C 046/14)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Gerechtshof te ’s-Gravenhage

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: FNV Kunsten Informatie en Media

Verwerende partij: Staat der Nederlanden

Dictum

Het recht van de Unie moet aldus worden uitgelegd dat de bepaling in een collectieve arbeidsovereenkomst zoals die in het hoofdgeding, die minimumtarieven vastlegt voor zelfstandigen — leden van een van de aangesloten werknemersorganisaties — die voor een werkgever op basis van een overeenkomst van opdracht hetzelfde werk verrichten als werknemers in loondienst van die werkgever, slechts buiten de werkingssfeer van artikel 101, lid 1, VWEU valt indien die dienstverleners „schijnzelfstandigen” zijn, dat wil zeggen dienstverleners die zich in een situatie bevinden die vergelijkbaar is met die van die werknemers. Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om te verifiëren of dit het geval is.


(1)  PB C 325 van 9.11.2013.


Op