Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0378

    Zaak C-378/13: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 december 2014 — Europese Commissie/Helleense Republiek [Niet-nakoming — Richtlijn 75/442/EEG — Beheer van afvalstoffen — Arrest van het Hof waarbij een niet-nakoming is vastgesteld — Niet-uitvoering — Artikel 260, lid 2, VWEU — Geldelijke sancties — Forfaitaire som en dwangsom]

    PB C 46 van 9.2.2015, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.2.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 46/10


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 2 december 2014 — Europese Commissie/Helleense Republiek

    (Zaak C-378/13) (1)

    ([Niet-nakoming - Richtlijn 75/442/EEG - Beheer van afvalstoffen - Arrest van het Hof waarbij een niet-nakoming is vastgesteld - Niet-uitvoering - Artikel 260, lid 2, VWEU - Geldelijke sancties - Forfaitaire som en dwangsom])

    (2015/C 046/13)

    Procestaal: Grieks

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Patakia, E. Sanfrutos Cano en A. Alcover San Pedro, gemachtigden)

    Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: E. Skandalou, bijgestaan door V. Liogkas, technisch deskundige)

    Dictum

    1)

    Door niet alle maatregelen te hebben genomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest Commissie/Griekenland (C-502/03, EU:C:2005:592) is de Helleense Republiek de krachtens artikel 260, lid 1, VWEU op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Helleense Republiek wordt veroordeeld om vanaf de dag van uitspraak van het onderhavige arrest tot de uitvoering van het arrest Commissie/Griekenland (C-502/03, EU:C:2005:592), indien de in punt 1 van het dictum van het onderhavige arrest vastgestelde niet-nakoming op die dag nog steeds voortduurt, aan de Europese Commissie, op de rekening „Eigen middelen van de Europese Unie” een dwangsom per halfjaar te betalen die voor het eerste halfjaar na die uitspraak aan het einde van dat halfjaar wordt berekend op basis van een aanvankelijk bedrag van 1 4 5 20  000 EUR, waarop een bedrag in mindering wordt gebracht van 40  000 EUR per niet-gecontroleerd afvalverwijderingsterrein waarop de vastgestelde niet-nakoming betrekking heeft en dat sinds 13 mei 2014 is gesloten of gesaneerd, en een bedrag van 80  000 EUR voor dergelijke terreinen die sinds diezelfde datum zowel gesloten als gesaneerd zijn. Voor alle volgende halfjaren zal de dwangsom voor ieder halfjaar aan het einde van dat halfjaar worden berekend op basis van het bedrag van de voor het voorgaande halfjaar vastgestelde dwangsom, waarop dezelfde bedragen in mindering worden gebracht naargelang van de sluiting en de sanering in het betrokken halfjaar van de terreinen waarop de vastgestelde niet-nakoming betrekking heeft.

    3)

    De Helleense Republiek wordt veroordeeld om aan de Europese Commissie op de rekening „Eigen middelen van de Europese Unie” de forfaitaire som van 10 miljoen EUR te betalen.

    4)

    De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 260 van 7.9.2013.


    Top