EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TN0093

Zaak T-93/12: Beroep ingesteld op 23 februari 2012 — Gas/BHIM — Grotto (BLUE JEANS GAS)

PB C 126 van 28.4.2012, p. 21–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 126/21


Beroep ingesteld op 23 februari 2012 — Gas/BHIM — Grotto (BLUE JEANS GAS)

(Zaak T-93/12)

2012/C 126/42

Taal van het verzoekschrift: Frans

Partijen

Verzoekende partij: André Pierre Gas (Marseille, Frankrijk) (vertegenwoordiger: L. Levy, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Grotto SpA (Chiuppano, Italië)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 7 december 2011 in zaak R 620/2009-1 in haar geheel vernietigen en de zaak terugwijzen naar het BHIM om opnieuw te worden beoordeeld in het licht van de te nemen beslissing;

de houder van het bestreden gemeenschapsmerk veroordelen tot betaling van alle toekomstige kosten van deze procedure en tot terugbetaling aan verzoeker van de door hem tot op heden gemaakte kosten voor het beroep.

Middelen en voornaamste argumenten

Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring wordt gevorderd: beeldmerk dat de woordelementen „BLUE JEANS GAS” bevat voor waren van de klassen 3, 9, 14 en 25 — gemeenschapsmerk nr. 305050

Houder van het gemeenschapsmerk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: verzoekende partij

Motivering van de vordering tot nietigverklaring: de voor de vordering tot nietigverklaring aangevoerde motivering is enerzijds gebaseerd op de toepassing van artikel 53, lid 1, sub a en sub c; artikel 8, lid 1, sub b; artikel 53, lid 2; en artikel 8, lid 1, van verordening nr. 207/2009 en anderzijds op de Franse beeldmerken nr. 1594704 en nr. 1627459 „-GAS- BIJOUX” en „BIJOUX -GAS-” voor waren van de klassen 14 en 25

Beslissing van de nietigheidsafdeling: gedeeltelijke nietigverklaring van het gemeenschapsmerk

Beslissing van de kamer van beroep: gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling, gedeeltelijke nietigverklaring van het gemeenschapsmerk en afwijzing van de vordering tot nietigverklaring

Aangevoerde middelen:

 

Schending van artikel 56, lid 3, van verordening nr. 40/94 (artikel 57, lid 3, nieuw) en van regel 22, leden 3 en 4, van verordening nr. 2868/95; schending van artikel 15, leden 1 en 2, van verordening nr. 40/94 en van artikel L714, lid 5, sub b, van de Franse Code de la propriété intellectuelle (Frans wetboek intellectuele eigendom); schending van artikel 73 van verordening nr. 40/94 (artikel 75 nieuw) doordat de kamer van beroep op verschillende punten blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en beoordelingsfouten heeft gemaakt met betrekking tot het bewijs van het gebruik van het oudere merk in klasse 25.

 

Onjuiste toepassing van artikel 52, lid 1, sub a, en artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 en schending van artikel 53 van verordening nr. 40/94 en van de bepalingen van het Franse recht, artikel 2262 van de Code Civil (burgerlijk wetboek) en artikel L714, lid 3, van de Franse Code de la propriété intellectuelle (Frans wetboek intellectuele eigendom) doordat de kamer van beroep het gevaar voor verwarring onjuist heeft beoordeeld.

 

Schending van artikel 74 van verordening nr. 40/94 doordat de kamer van beroep ultra petita heeft beslist door een uitspraak te doen over de vergelijking van de waren van klasse 14, waarop het bij haar aanhangig gemaakte beroep geen betrekking had.

 

Schending van artikel 62, lid 1, van verordening nr. 40/94 doordat de kamer van beroep haar onderzoek niet mocht beperken tot enkel het oudere recht dat voortvloeide uit merk nr. 1594704, nadat zij had beslist de bevoegdheden van de nietigheidsafdeling uit te oefenen, en evenmin de zaak mocht terugwijzen naar de nietigheidsafdeling om te beslissen over de andere aangevoerde rechten die reeds waren onderzocht.


Top