Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TB0255

    Zaak T-255/12: Beschikking van het Gerecht van 12 december 2012 — Vakili/Raad ( „Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Schrapping van betrokken personen van lijst — Afdoening zonder beslissing” )

    PB C 46 van 16.2.2013, p. 18–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.2.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 46/18


    Beschikking van het Gerecht van 12 december 2012 — Vakili/Raad

    (Zaak T-255/12) (1)

    (Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Schrapping van betrokken personen van lijst - Afdoening zonder beslissing)

    2013/C 46/33

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Bahman Vakili (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: J.-M. Thouvenin, advocaat)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordiger: M. Bishop en I. Rodios, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek tot nietigverklaring van besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319, blz. 71), van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319, blz. 11), en van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoeker, alsmede een verzoek tot nietigverklaring van de brief van de Raad van 23 maart 2012

    Dictum

    1)

    Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist.

    2)

    De Raad van de Europese Unie draagt haar eigen kosten, en die van Bahman Vakili.


    (1)  PB C 258 van 25.8.2012.


    Top