Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0545

    Zaak C-545/12: Beroep ingesteld op 27 november 2012 — Europese Commissie/Republiek Cyprus

    PB C 32 van 2.2.2013, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    2.2.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/8


    Beroep ingesteld op 27 november 2012 — Europese Commissie/Republiek Cyprus

    (Zaak C-545/12)

    2013/C 32/11

    Procestaal: Grieks

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Hetsch, J. Hottiaux en Μ. Konstantinidis, gemachtigden)

    Verwerende partij: Republiek Cyprus

    Conclusies

    verklaren dat de Republiek Cyprus, door niet alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (herschikking) (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18), althans door de Commissie niet in kennis te stellen van alle betrokken bepalingen, de krachtens artikel 16 van deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

    de Republiek Cyprus in de zin van artikel 260, lid 3, VWEU een dwangsom opleggen van 6 504,96 EUR per dag, te rekenen vanaf de dag van publicatie van het arrest van het Hof;

    de Republiek Cyprus verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Op grond van artikel 16, lid 1, van richtlijn 2006/126/EG moesten de lidstaten uiterlijk 19 januari 2011 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken die nodig zijn om te voldoen aan de nieuwe bepalingen van deze richtlijn, die in dat lid worden opgesomd.

    De Republiek Cyprus heeft de bepalingen van de richtlijn niet volledig in haar interne rechtsorde omgezet. De Commissie wijst er met name op dat de Republiek Cyprus ten tijde van neerlegging van het beroepschrift de artikelen 1, lid 1, 3, 7, leden 1, 3 en 5, 10 en 15, alsook bijlage I, punt 2, bijlage II, punt 5.2 en de bijlagen IV, V en VI van de richtlijn niet had omgezet in haar interne rechtsorde.

    De Commissie meent derhalve dat de Republiek Cyprus de krachtens artikel 260, lid 3, VWEU op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.


    Top