This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0488
Case C-488/12: Reference for a preliminary ruling from the Debreceni Munkaügyi Bíróság (Hungary) lodged on 31 October 2012 — Sándor Nagy v Hajdú-Bihar Megyei Kormányhivatal
Zaak C-488/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Debreceni Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 31 oktober 2012 — Sándor Nagy/Hajdú-Bihar megyei Kormányhivatal
Zaak C-488/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Debreceni Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 31 oktober 2012 — Sándor Nagy/Hajdú-Bihar megyei Kormányhivatal
PB C 79 van 16.3.2013, p. 3–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.3.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/3 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Debreceni Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 31 oktober 2012 — Sándor Nagy/Hajdú-Bihar megyei Kormányhivatal
(Zaak C-488/12)
2013/C 79/04
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Debreceni Munkaügyi Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sándor Nagy
Verwerende partij: Hajdú-Bihar megyei Kormányhivatal
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 30 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het enkel beoogt een voorziening in rechte tegen onwettige en ongegronde (unjustified) ontslagen te waarborgen? |
2) |
Betekent [deze bepaling] dat de werkgever bij ontslag de werknemer de redenen voor het ontslag schriftelijk moet meedelen, omdat anders het ontslag kennelijk onredelijk (unjustified) is? |
3) |
Maakt het niet meedelen van de redenen als zodanig de maatregel onwettig, of kan de werkgever de redenen later tijdens een eventueel arbeidsgeding meedelen? |