This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0384
Case C-384/12: Reference for a preliminary ruling from the Landgericht Rostock (Germany) lodged on 13 August 2012 — Criminal proceedings against Per Harald Lökkevik
Zaak C-384/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Rostock (Duitsland) op 13 augustus 2012 — Strafzaak tegen Per Harald Lökkevik
Zaak C-384/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Rostock (Duitsland) op 13 augustus 2012 — Strafzaak tegen Per Harald Lökkevik
PB C 343 van 10.11.2012, p. 6–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 343/6 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Rostock (Duitsland) op 13 augustus 2012 — Strafzaak tegen Per Harald Lökkevik
(Zaak C-384/12)
2012/C 343/05
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Rostock
Partijen in het hoofdgeding
Per Harald Lökkevik
Andere partij: Staatsanwaltschaft Rostock
Prejudiciële vraag
Moet het begrip „voordeel” in de zin van artikel 4, lid 3, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 (1) aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op de loutere omstandigheid dat de Europese Commissie schijnbaar onbevoegd is ten gevolge van het feit dat tijdens de subsidieprocedure gegevens zijn verschaft met als doel te ontkomen aan de verplichting tot aanmelding van een voornemen om regionale investeringssteun te verlenen aan een project waarvan de totale kosten ten minste 50 miljoen EUR bedragen, die is opgelegd bij punt 2.1, sub i, van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten van 7 april 1998 (PB 1998, C 107, blz. 7)?
(1) PB L 312, blz. 1.