EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0379

Zaak C-379/12 P: Hogere voorziening ingesteld op 7 augustus 2012 door Arav Holding Srl tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 19 juni 2012 in zaak T-557/10, H.Eich/BHIM — Arav (H.EICH)

PB C 303 van 6.10.2012, p. 19–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/19


Hogere voorziening ingesteld op 7 augustus 2012 door Arav Holding Srl tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 19 juni 2012 in zaak T-557/10, H.Eich/BHIM — Arav (H.EICH)

(Zaak C-379/12 P)

2012/C 303/33

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirante: Arav Holding Srl (vertegenwoordiger: R. Bocchini, avvocato)

Andere partijen in de procedure: H.Eich Srl, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 19 juni 2012 in zijn geheel vernietigen en bijgevolg de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 9 september 2010 bevestigen op grond dat deze volledig in overeenstemming is met de regeling in de gemeenschapsmerkverordening (1), in het bijzonder artikel 8, lid 1, sub b, en deze regeling juist toepast

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar hogere voorziening komt Arav Holding Srl op tegen het arrest van het Gerecht in twee opzichten.

In de eerste plaats klaagt zij over de niet-erkenning van de visuele, fonetische en begripsmatige overeenstemming tussen enerzijds het Italiaanse nationale beeldmerk „H SILVIAN HEACH” en het internationale beeldmerk „H SILVIAN HEACH” en anderzijds het merk H.EICH. Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste opvatting bij de vaststelling van het element dat het wezen van het merk vormt, dit wil zeggen de familienaam en niet de voornaam. Verder heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste opvatting door geen rekening te houden met de geringe waarde van het gebruik van een punt, dat zeer klein is ten aanzien van de letters, en door de „sterke” aard van het oudere merk niet in aanmerking te nemen.

In de tweede plaats komt Arav Holding Srl op tegen de niet-erkenning van het globale gevaar voor verwarring van de merken dat voortvloeit uit de overeenstemming van de merken en de soortgelijkheid van het gebruik ervan.


(1)  Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB 1994, L 11, blz. 1).


Top